Ggmmi

In het sociaal akkoord 2021-2022 werd beslist om het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (GGMMI) geleidelijk te verhogen, nl. op 1 april 2022, op 1 april 2024 en 1 april 2026.

De eerste stap vond dus plaats op 1 april 2022. Het onderscheid op basis van leeftijd en anciënniteit werd geschrapt, waardoor voor werknemers vanaf 18 jaar een gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen van € 1.806,16 van toepassing was. Na indexaties bedroeg het GGMMI € 1.994,18.

Op 1 april 2024 werd de tweede stap gezet. Door een verhoging van het minimumloon met € 35,70 bruto per maand bedraagt het nieuwe gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen nu € 2.029,88.

De kosten van deze nieuwe verhoging worden gedeeltelijk gecompenseerd door de federale regering. De compensatie voor de werkgever vindt plaats via de verhoging van de zeer lage loongrens in de structurele vermindering. Anderzijds houdt de werknemer door een aanpassing van de sociale en fiscale werkbonus netto meer over van de verhoging.


Bron: Cao nr. 43/17 tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42 van 2 mei 1988 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimummaandinkomen,
www.cnt-nar.be.