Aanpassing criteria kleine en micro-ondernemingen: invloed op lastenverlagingen
Een aantal lastenverlagingen in de vorm van een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing zijn voorzien voor ondernemingen die in het vennootschapsrecht worden beschouwd als “kleine onderneming” of “micro-onderneming”. Dit is bijvoorbeeld het geval voor de vrijstelling BV voor startende ondernemingen, voor de zogenaamde IPA-korting of voor de vrijstelling voor wetenschappelijk onderzoek.
Voor de boekjaren die aanvangen vanaf 2024, gelden er nieuwe criteria, waardoor ondernemingen sneller in aanmerking zullen komen voor bepaalde lastenverlagingen.
Kleine onderneming
Een kleine onderneming is een onderneming die op de balansdatum van het laatst afgesloten boekjaar niet meer dan één van de volgende grenzen overschrijdt:
- jaargemiddelde van het personeelsbestand: 50 (ongewijzigd);
- jaaromzet, exclusief BTW: € 11.250.00 (in plaats van € 9.000.000);
- balanstotaal: € 6.000.000 (in plaats van € 4.500.000).
Micro-onderneming
Een micro-onderneming is een onderneming die op de balansdatum van het laatst afgesloten boekjaar niet meer dan één van de volgende grenzen overschrijdt:
- jaargemiddelde van het personeelsbestand: 10 (ongewijzigd);
- jaaromzet, exclusief BTW: € 900.000 (in plaats van € 700.000);
- balanstotaal: € 450.000 (in plaats van € 350.000).
In geval van verbonden vennootschappen moet men de gegevens van deze vennootschappen samen nemen.
Meer informatie kan je verkrijgen bij jouw boekhouder.
Bron: Wet van 27 maart 2024 houdende bepalingen inzake digitalisering van justitie en diverse bepalingen Ibis, BS 29 maart 2024 en KB van 25 mei 2024 tot wijziging van het Wetboek van vennootschapen en verenigingen wat betreft de groottecriteria voor micro- en kleine verenigingen en stichtingen, BS 7 juni 2024.