Working Late

Het aantal overuren met een fiscaal gunstig voordeel wordt opnieuw verhoogd van 130 uren naar 180 uren per werknemer per jaar. Deze verhoging geldt voor de periode van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2023 én dit voor alle sectoren.

Voor de sectoren waar al een verhoogd plafond bestaat, wijzigt er niets:

  • horecasector (PC 302): 360 overuren;
  • werken in onroerende staat op voorwaarde dat een elektronische aanwezigheidsregistratie wordt gebruikt: 180 overuren.

De volgende percentages zijn van toepassing:

De belastingvermindering voor de werknemer bedraagt:

  • 66,81% van het loon dat gediend heeft als berekeningsgrondslag voor de uitbetaling van de overuren waarvoor een toeslag van 20% verschuldigd is;
  • 57,75% van het loon dat gediend heeft als berekeningsgrondslag voor de uitbetaling van de overuren waarvoor een toeslag van 50% of 100% verschuldigd is;

De werkgever moet een deel van de bedrijfsvoorheffing niet doorstorten. Het gaat om de volgende percentages:

  • 32,19% van het loon dat gediend heeft als berekeningsgrondslag voor de uitbetaling van de overuren waarvoor een toeslag van 20% verschuldigd is;
  • 41,25% van het loon dat gediend heeft als berekeningsgrondslag voor de uitbetaling van de overuren waarvoor een toeslag van 50% of 100% verschuldigd is.

De verhoging van het krediet gebeurt in 2021 in de loop van het jaar, alsook de verlaging in 2023. Dit brengt de volgende regeling met zich mee:

  • 2021: het maximum wordt opgetrokken tot 180 uren voor de bezoldigingen die in 2021 worden betaald of toegekend voor zover die bijkomende uren overwerk worden gepresteerd in de periode van 1 juli 2021 tot en met 31 december 2021;
  • 2023: het maximum wordt opgetrokken tot 180 uren voor de bezoldigingen die in 2023 worden betaald of toegekend, voor zover zowel het basiscontingent van 130 uren als die bijkomende uren overwerk in de periode van 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2023 worden gepresteerd.

De werkgevers moeten een nominatieve lijst ter beschikking houden van de administratie, met daarin voor elke werknemer een aantal gegevens (o.a. de volledige identiteit en de berekeningsgrondslag van de overwerktoeslag). Eén van die gegevens is de periode van het jaar gedurende dewelke die werknemer overwerk gepresteerd heeft. Er wordt gewezen op het belang van het correct bijhouden van deze gegevens, gelet op het feit dat de verhoging van het aantal fiscaal voordelige overuren van 130 naar 180 uren voor alle sectoren in 2021 en 2023 slechts geldt voor overuren die in een bepaalde periode van het jaar worden gepresteerd.

Bron: Koninklijk besluit van 17 december 2021 tot wijziging van de bijlage IIIbis van het KB/WIB 92 op het stuk van de vrijstelling van doorstorten bedrijfsvoorheffing als bedoeld in artikel 275, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, BS 24 december 2021