Mag een familielid een zelfstandige helpen in zijn/haar zaak?
Als zelfstandige kent u mogelijk deze situatie wel: u hebt het heel druk en uw vader en/of uw moeder willen een handje toesteken om u te ontlasten. Maar mag dit wel? We bekijken in dit artikel welke regels van toepassing zijn, hoe deze personen dienen ingeschreven te staan en/of er een verschil is tussen het helpen door je partner of door een ander familielid of vriend?
Een gouden basisregel is: 'een vennootschap kent geen familie.' In wezen wilt dit zeggen dat men enkel als: helper, toevallige helper of meewerkende echtgenoot/echtgenote een zelfstandige kan helpen. Dit statuut kan enkel gekoppeld worden aan een éénmanszaak en niet aan een vennootschap.
Wie mag er nu een zelfstandige komen helpen?
Naast de echtgenoot of echtgenote mag dit ook een familielid, vriend of kennis zijn. Let wel op: een familiale verwantschap is in deze aan te raden om bij sociale controles gemakkelijker aan te tonen dat er geen vorm van gezag aanwezig is. Een situatie van gezag tussen de zelfstandige en de helper duidt namelijk op een werknemersrelatie. Bij een werknemersrelatie moet er een werknemersovereenkomst aanwezig zijn. Bij hulp van familie, vrienden of een partner is dit niet het geval.
Een tewerkstelling als helper heeft ook belangrijke gevolgen voor de helper zelf. Er is namelijk de verplichting om zich aan te sluiten bij een sociaal verzekeringsfonds voordat hij/zij kan starten. Hierdoor dient de helper dus ook sociale bijdragen per kwartaal te betalen.
Men kan toch van deze verplichting vrijgesteld worden, indien men valt onder de voorwaarden van een toevallige helper. De voorwaarden hiervoor zijn strikt op te volgen:
- De toevallige helper mag niet meer dan 90 dagen per jaar werken onder dat statuut.
- Het moet daarbij gaan om occasionele en tijdelijke hulp, dus niet op regelmatige basis.
- De toevallige helper is niet getrouwd en nog geen 20 jaar oud (dit tot 1 januari van het jaar waarin u 20 wordt) Deze maximumleeftijd kan opgetrokken worden tot het kwartaal wanneer de toevallige helper 25 jaar wordt, indien deze een student is en tot dan kinderbijslag/Groeipakket ontvangt.
De meewerkende echtgenoot/echtgenote?
Onder de term 'partner' verstaan we: de echtgenoot/echtgenote van de zelfstandige of de persoon die wettelijk samenwonend is met de zelfstandige. Die valt automatisch onder het statuut van meewerkende echtgenoot/echtgenote wanneer deze de zelfstandige effectief helpt. Daarnaast mag de partner geen volledige sociale zekerheidsrechten hebben door een eigen beroepsactiviteit of een vervangingsinkomen. Zij dienen zich ook volledig als zelfstandige in te schrijven bij het sociaal verzekeringsfonds. Voor de meewerkende echtgenoot/echtgenote die geboren zijn voor 1956 is die inschrijving niet verplicht. Zij kunnen ook nog kiezen voor het ‘ministatuut’ - dat is een oude regeling.
Er bestaat ook een uitzondering voor de partner van een zelfstandige die niet regelmatig, en geen 90 dagen per jaar, de zelfstandige helpt. Zij kunnen onder het statuut van toevallige helper ingeschreven staan. Hiervoor dient de zelfstandige wel een ereverklaring aangetekend en ondertekend in te dienen bij zijn/haar sociaal verzekeringsfonds.
Voor meer informatie over meewerkende echtgenoten/echtgenotes en de plichtplegingen, verwijzen we u graag naar deze folder van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ).