Maximumduur arbeidsprestaties
De arbeidsduur is de tijd gedurende dewelke de werknemer ter beschikking staat van de werkgever. De arbeidsduur van de voltijds tewerkgestelde werknemers mag niet meer bedragen dan 9 uur per dag of 38 uur per week. De toepassingsmodaliteiten van deze maximale wekelijkse arbeidsduur hangen af van de CAO of van het arbeidsreglement die in de onderneming van toepassing zijn. In de bouwnijverheid wordt de arbeidsduurvermindering gerealiseerd via het toekennen van 12 rustdagen per jaar. Op die manier wordt de effectieve wekelijkse arbeidsduur, die 40 uur bedraagt, op jaarbasis teruggebracht tot 38 uur.
In specifieke omstandigheden kan afgeweken worden van de normale arbeidsduurgrenzen. Afhankelijk van de omstandigheden waarop men zich beroept, moeten al dan niet bepaalde formaliteiten (zoals de voorafgaande toelating door de Sociale Inspectie) worden nageleefd. Een overschrijding van de dag- en/of weekgrens geeft recht op de betaling van een toeslag voor overwerk. Deze toeslag voor overwerk is minstens gelijk aan 50% van het gewone loon voor overwerk op gewone werkdagen en aan 100% van het gewone loon voor overwerk op zon- en feestdagen. Voor overuren moet tevens verplichte inhaalrust worden toegekend. Onder bepaalde voorwaarden kan de werknemer opteren om een aantal overuren te laten uitbetalen.
Voor de eerste 130 overuren per kalenderjaar per werknemer geldt een fiscaal gunstregime voor werknemer en werkgever. Dit quotum werd verhoogd naar 180 uren voor de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020. Deze tijdelijke maatregel werd niet verlengd vanaf 1 januari 2021. Werkgevers die gebruik maken van een elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem (EARS), kunnen in 2021 wel nog steeds genieten van de vrijstelling voor 180 overuren.
De werknemer mag niet langer dan 6 uur werken zonder onderbreking. De werkgever is bijgevolg verplicht om minstens 15 minuten pauze toe te staan na 6 uur werken zonder onderbreking, tenzij de sector hiervan afwijkt. De duur van iedere werkperiode mag niet korter zijn dan 3 uur.
Alle werknemers van minstens 18 jaar hebben in elke periode van 24 uur recht op een verplichte rustpauze van minstens 11 opeenvolgende uren tussen het beëindigen en het hervatten van het werk. Bovendien dient er een dagelijkse rustpauze tussen twee dagelijkse prestaties (11 uur rust) worden toegevoegd aan de zondagsrust of de inhaalrust die wordt toegekend voor een zondagswerk, zodat de werknemer van 35 opeenvolgende uren rust kan genieten.