Vakantieattest

Een werknemer bouwt in België zijn/haar vakantierecht op tijdens het vorige kalenderjaar. Dat jaar wordt het ‘vakantiedienstjaar’ genoemd. Bij een arbeider worden de wettelijke vakantiedagen in één bedrag uitbetaald door een vakantiefonds. Bij een bediende worden deze wettelijke vakantiedagen uitbetaald door de werkgever op het moment dat er een vakantiedag wordt opgenomen. Hierdoor moet een bediende, wanneer deze in dienst komt bij een nieuwe werkgever, steeds zijn/haar vakantieattest binnenbrengen van zijn vorige werkgever. Op dit attest staat niet enkel zijn/haar verlofrecht, maar ook de bedragen die hiervoor zijn uitbetaald door zijn/haar vorige werkgever. Dit vertrekvakantiegeld is opgebouwd uit enkel, dubbel en aanvullend dubbel vakantiegeld.

De regeling die tot einde 2023 van kracht was, waarbij het enkel vakantiegeld in één keer wordt afgetrokken op het ogenblik dat de bediende zijn hoofdvakantie nam, mag niet langer worden toegepast.

In de nieuwe regeling wordt telkens wanneer een werknemer een vakantiedag opneemt die is verworven bij een vorige werkgever, het enkel vakantiegeld onmiddellijk verrekend.

We hebben hieronder nog enkele belangrijke aandachtspunten opgesomd:

· Het geldt zowel voor enkel vakantiegeld van de vorige werkgever(s) als voor het vakantiegeld bij een overgang van arbeider naar bediende.

· Er moet vanaf 2024 een onderscheid gemaakt worden tussen vakantiedagen op basis van een vakantieattest en vakantiedagen op basis van prestaties bij de huidige werkgever.

· ORBISS zal eerst het vakantierecht dat is opgebouwd bij de huidige werkgever verwerken en dan pas deze die vermeld staan op het vakantieattest.

· Voor het dubbel en aanvullend dubbel vakantiegeld blijft de procedure ongewijzigd. De verrekening daarvan kan nog steeds in één keer plaatsvinden in de maand waarin het dubbel vakantiegeld wordt uitbetaald.

Het is dus van groot belang dat de werkgever bij een indiensttreding van een nieuwe bediende onmiddellijk het vakantieattest aan ORBISS kan bezorgen.