Zomeruur en de gevolgen voor de arbeidsduur en voor bijkomende uren KB 213
In de nacht van zaterdag 25 maart 2023 op zondag 26 maart 2023 wordt opnieuw overgeschakeld naar zomeruur (van 2 uur naar 3 uur). Voor werknemers in de nachtploeg en voor de bouwsector heeft de invoering van het zomeruur specifieke gevolgen. We overlopen dit met u in onderstaand artikel.
De nachtploeg is dezelfde als bij de overschakeling van zomeruur naar winteruur
De werknemers die in het totaal 16 uren hebben gepresteerd tijdens de twee nachten waarin er een overschakeling plaatsvond, zullen 8 uren worden betaald bij de eerste betaling volgend op de datum van overschakeling.
De nachtploeg is niet dezelfde als bij de overschakeling van zomeruur naar winteruur
Bij overschakeling naar het zomeruur, hebben de werknemers 7 uren gepresteerd maar zullen ze toch 8 uren worden betaald. Bij de overschakeling naar het winteruur, hebben de werknemers 9 uren gepresteerd en zullen ze ook 9 uren worden uitbetaald.
KB 213
Overeenkomstig art. 7 van het K.B. nr. 213 mogen de bouwbedrijven de grenzen van de normale arbeidsduur overschrijden met anderhalf uur per dag gedurende de zomerperiode of een periode van intense activiteit. De zomerperiode wordt gedefinieerd als de periode in het jaar wanneer het zomeruur van toepassing is.
Bron: Cao nr. 30 van 28 maart 1977 betreffende de problemen die inzake de beloning van sommige werknemers rijzen bij de overschakeling naar het zomeruur eveneens naar het winteruur.
Wet van 12 december 2021 tot wijziging van het KB nr. 213 van 26 september 1983 betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf ressorteren. (B.S. 10 januari 2022)