Aantal overuren met gunstregime terug verlaagd maar verhoogde plafond voor bouw blijft
Het maximum aantal overuren dat in aanmerking komt voor een gedeeltelijke vrijstelling van bedrijfsvoorheffing werd voor bezoldigingen die vanaf 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020 werden betaald of toegekend opgetrokken van 130 naar 180 uren per werknemer per jaar.
De Regering maakte geen gebruik van de mogelijkheid om deze tijdelijke maatregel te verlengen na 2020. Dit betekent dat het contingent sinds 1 januari 2021 opnieuw 130 uren per jaar bedraagt.
Voor de sectoren waar al een verhoogd plafond bestond vóór 1 januari 2019 wijzigt er niets:
- horecasector (PC 302): 360 overuren;
- werken in onroerende staat op voorwaarde dat een elektronische aanwezigheidsregistratie wordt gebruikt: 180 overuren.
We herhalen nog even de percentages die van toepassing zijn.
De belastingvermindering voor de werknemer bedraagt:
- 66,81 % van het loon dat gediend heeft als berekeningsgrondslag voor de uitbetaling van de overuren waarvoor een toeslag van 20 % verschuldigd is;
- 57,75 % van het loon dat gediend heeft als berekeningsgrondslag voor de uitbetaling van de overuren waarvoor een toeslag van 50 % of 100 % verschuldigd is.
De werkgever moet een deel van de bedrijfsvoorheffing niet doorstorten. Het gaat om de volgende percentages:
- 32,19 % van het loon dat gediend heeft als berekeningsgrondslag voor de uitbetaling van de overuren waarvoor een toeslag van 20 % verschuldigd is;
- 41,25 % van het loon dat gediend heeft als berekeningsgrondslag voor de uitbetaling van de overuren waarvoor een toeslag van 50 % of 100 % verschuldigd is.
Bron: Wet van 3 juli 2005 houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg, BS 19 juli 2005 en Wet van 23 maart 2019 tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor wat betreft de fiscale bepalingen van de jobsdeal (1), BS 5 april 2019.