Enkele nieuwe wijzigingen in 2025
Een nieuw jaar brengt doorgaans ook nieuwigheden met zich mee, en dat is in 2025 niet anders. Een aantal van deze wijzigingen bespraken wij al eerder dit jaar, zoals de elektronische C3.2-kaart, de fietsvergoeding, de elektrische bedrijfswagens en de fiscale grensbedragen, maar er zijn er nog een aantal waaraan wij graag aandacht besteden.
Vlaams Opleidingsverlof 2025: wat verandert er voor werkgevers en opleiders?
De Vlaamse Regering keurde enkele wijzigingen goed voor het Vlaams Opleidingsverlof (VOV), die op 1 april 2025 van kracht worden. De aanpassingen hebben vooral betrekking op de administratieve procedure en de verantwoordelijkheid van opleidingsverstrekkers maar kunnen ook gevolgen hebben voor werkgevers en werknemers. Deze wijzigingen treden in werking op 1 april 2025.
Belangrijkste wijzigingen:
· Registratie van opleidingen: opleidingsverstrekkers hoeven opleidingen niet meer 3 maanden voor aanvang in de Opleidingsdatabank te registreren; registratie bij de start van de opleiding volstaat. Onvolledige aanmeldingen worden afgekeurd als de ontbrekende gegevens niet binnen 30 dagen aangeleverd worden.
· Registratie van aanwezigheden: opleidingsverstrekkers moeten aanwezigheidsgegevens registreren in het digitale platform Vlaamse opleidingsincentives en deze ter beschikking houden voor de Vlaamse sociale inspectie en het Departement WEWIS.
· Intrekking van registratie: opleidingsverstrekkers die hun verplichtingen niet nakomen, kunnen een aanmaning krijgen om zich binnen 30 dagen in regel te stellen. Bij herhaaldelijke of zwaarwichtige inbreuken kan hun registratie worden ingetrokken.
· Evaluatie van arbeidsmarktgerichte opleidingen: de jaarlijkse evaluatie door het Departement WEWIS van de arbeidsmarktgerichte opleidingen in de Opleidingsdatabank blijft bestaan. Bij een positieve evaluatie wordt de goedkeuring van de registratie nog steeds met een jaar verlengd. Een negatieve evaluatie leidt nog steeds tot het verlies van de status van arbeidsmarktgerichte opleiding die recht geeft op VOV. Als de opleidingsverstrekker geen bijkomende evaluatiegegevens binnen de maand bezorgt aan het Departement, wordt de opleiding uit de databank verwijderd. De opleidingsverstrekker informeert de ingeschreven werknemers, die vervolgens hun werkgever inlichten dat de opleiding geen recht meer geeft op VOV.
· Terugbetaling aan werkgevers: it’s not all about the money maar toch is het goed om te weten dat de werkgever nog steeds een forfaitair bedrag van 21,30 euro van de Vlaamse overheid ontvangt voor elk goedgekeurd VOV-uur. Wel nieuw is dat het Departement WEWIS zowel de werkgever als de werknemer schriftelijk op de hoogte moet brengen van de beslissing tot goedkeuring of tot gemotiveerde weigering van de terugbetalingsaanvraag.
De Minister heeft aangekondigd dat deze aanpassingen gepaard zullen gaan met een communicatieplan naar opleidingsverstrekkers en werkgevers om de kwaliteit van de basisgegevens te verbeteren. Ook zal de Vlaamse Sociale Inspectie het aantal inspecties betreffende VOV verder opdrijven in 2025.
Verder is ook aangekondigd dat de Vlaamse opleidingsincentives, waaronder VOV, hervormd zullen worden. Het beleid zal andere mogelijke maatregelen met betrekking tot VOV bekijken, bijvoorbeeld de criteria voor het nauwgezet volgen van een opleiding en de situatie waarbij opleider en deelnemers dezelfde werkgever hebben.
Wordt dus nog vervolgd…maar ORBISS houdt je op de hoogte!
Studentenarbeid
Vanaf 1 januari 2025 werd het aantal uren dat een student mocht werken, teruggeschroefd naar 475 uren per jaar, in plaats van 600 uren in 2023 en 2024.
De nieuwe federale regering wil het echter mogelijk maken voor studenten om 650 uren per jaar voordelig te werken. Op het loon van een student met een studentenovereenkomst is immers geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd en slechts een verlaagde sociale zekerheidsbijdrage, de zogenaamde solidariteitsbijdrage. De leeftijdsgrens voor studentenarbeid wordt 15 jaar.
Het is dus voorlopig nog even wachten tot wanneer men het federale regeerakkoord ter goedkeuring voorlegt aan het federale Parlement. Na goedkeuring kunnen de nieuwe bepalingen uit dit akkoord geïmplementeerd worden en in werking treden.
Afschaffing Federal Learning Account (FLA)
Volgens het nieuwe regeerakkoord wordt de Federal Learning Account (FLA) afgeschaft en zal een minder administratief belastend systeem onderzocht worden.
Woon- Werkverkeer: wijziging in de werkgeverstussenkomst vanaf 1 februari 2025
Op 1 februari 2025 past de NMBS haar prijzen aan. Deze wijzigingen hebben mogelijk een impact op de werkgeverstussenkomst in het woon- werkverkeer van je werknemers. De Lijn verhoogt zijn tarieven niet in de maand februari.
De werkgever is steeds verplicht om tussen te komen wanneer je werknemer met de trein naar het werk komt.
Vanaf 1 februari 2025 stijgen de tarieven voor treinkaarten met 3,03%.
Als je tussenkomt op basis van een percentage van de tabellen van de NMBS, moet je deze verhoging vanaf 1 februari 2025 dan ook toepassen.
Je kan ook een derdebetalersregeling overwegen. Bij deze gunstregeling sluit de werkgever een derdebetalersovereenkomst af met de NMBS, waardoor de tussenkomst in het woon-werkverkeer rechtstreeks aan de NMBS wordt betaald. Werkgevers genieten van een staatstussenkomst verbonden aan het gratis woon-werkverkeer en werknemers betalen enkel hun gedeelte aan de NMBS. Win-win!
De flex-werkers kunnen echter ook kiezen voor een flex-abonnement. Dit is interessant voor werknemers die 2 of 3 dagen per week naar kantoor komen. Je kan kiezen uit verschillende formules die passen bij het reispatroon van je werknemer zoals 6 of 10 reisdagen per maand. Bovendien kan je het combineren met andere vervoersopties en profiteren van kostenbesparingen.
ORBISS past de nieuwe tegemoetkomingen in de reiskosten aan vanaf 1 februari 2025 voor die werknemers waarvoor de kilometers huis/werk genoteerd staan in onze gegevens.
In de loop van de maand februari 2025 brengen wij ook een aangepaste Excel uit waarbij de mobiliteitsvergoedingen, de nieuwe tegemoetkoming in de reiskosten en de fietsvergoeding (sedert 1/1/2025 0,29 EUR/km) voor de arbeiders uit de bouw kunnen berekend worden in functie van de reëel afgelegde verplaatsingen buiten de werkuren.
Loongrens voor aanvullende toeslag bij tijdelijke werkloosheid geïndexeerd
Sinds 1 januari 2024 ontvangen werknemers die tijdelijk werkloos zijn (behalve wegens overmacht) een bijkomende toeslag op hun werkloosheidsuitkering. Dit is een tegemoetkoming van de regering omdat de uitkering voor tijdelijke werkloosheid sinds 2024 60 % van het begrensd loon bedraagt en niet langer 65 % (behalve bij overmacht). De loongrens die bepaalt vanaf wanneer iemand de toeslag krijgt, wordt nu aangepast.
Sedert 1 januari 2025 heeft een werknemer die tijdelijk werkloos wordt gesteld, recht op een bijkomende toeslag:
· vanaf de 1ste dag tijdelijke werkloosheid gedekt door een tijdelijke werkloosheidsuitkering wanneer zijn brutoloon niet hoger is dan 4.155 euro per maand;
· vanaf de 27ste dag tijdelijke werkloosheid gedekt door een tijdelijke werkloosheidsuitkering, met uitzondering van dagen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht, in hetzelfde jaar bij dezelfde werkgever wanneer zijn brutoloon hoger is dan 4.155 euro per maand.
Ten gevolge van de overschrijding van de spilindex in januari 2025, bedraagt deze extra toeslag 5,20 euro per werkloosheidsdag vanaf 1 februari 2025.
Proefproject met elektronische arbeidsongeschiktheidsattesten
Een ziek werknemer verwittigt idealiter zijn werkgever zo snel mogelijk. Dit gebeurt bij voorkeur vóór de start van de werkdag, behalve in geval van overmacht. Een werknemer moet ook een arbeidsongeschiktheidsattest indienen als de werkgever dit vraagt of als dit voorzien is in het arbeidsreglement of een cao. De werknemer moet dit attest doorgaans binnen de twee werkdagen vanaf de start van de arbeidsongeschiktheid indienen.
Sinds de zomer van 2024 kunnen artsen arbeidsongeschiktheidsattesten via elektronische weg rechtstreeks naar het ziekenfonds van een zieke werknemer sturen via Mult-eMediatt. Deze toepassing maakt deel uit van de meeste medische softwarepakketten van artsen.
Momenteel loopt een proefproject waarbij artsen deze attesten ook digitaal aan werkgevers bezorgen. Als het proefproject met de werkgevers succesvol is, zal de digitale verzending uitgebreid worden naar de overige werkgevers. Het is nog niet duidelijk wanneer dit zou zijn maar volgens bepaalde bronnen zou dit in de loop van 2025 zijn. De afwezigheidsattesten zouden verzonden worden naar de e-box ondernemingen van de werkgever op voorwaarde dat de werkgever toestemming heeft gegeven om “Alles digitaal” te ontvangen.
Een werknemer moet akkoord gaan met de verzending van het attest, kan zelf bepalen naar wie het attest wordt verzonden en moet akkoord gaan met het gebruik van zijn contactgegevens. Het is dus mogelijk dat een attest één keer wel en een andere keer niet digitaal wordt verzonden.
De digitale verzending van het attest verandert uiteraard niets aan de verplichting om de werkgever onmiddellijk te verwittigen van de arbeidsongeschiktheid.
Uiteraard bevat het federale regeerakkoord nog veel meer wijzigingen op sociaal- en arbeidsrechtelijk gebied die nog gepreciseerd en verder uitgewerkt dienen te worden, zoals de terugkeer van de proefperiode, de loonkostvermindering voor lage en middenlonen, de vereenvoudiging van administratieve verplichtingen voor werkgevers bij deeltijdse arbeid en de alternatieve verloning,…
Als jouw betrouwbare partner houdt ORBISS je ten gepaste tijde op de hoogte!
Bronnen: Federaal regeerakkoord 2025; Aanpassing op 1 januari 2025 van de loonbedragen bepaald bij de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten aan het algemene indexcijfer van de conventionele lonen voor bedienden (artikel 131), BS 13 januari 2025; diverse nieuwsberichten; www.riziv.be.
