Pexels Armando Lazo 84391 274882

De vrijdag na de feestdag van Onze Lieve Heer Hemelvaart, dit jaar 10 mei, is traditioneel een brugdag in de bouwsector en deze wordt jaarlijks ingepland met een inhaalrustdag. Als sociaal secretariaat voor de bouwsector krijgen we dan geregeld de vraag of er op die dag toch kan gewerkt worden? We beantwoorden deze vraag dan ook uitgebreid in dit artikel.

Tijdens de 12 inhaalrustdagen geldt er een principieel verbod tot tewerkstelling, zowel ten aanzien van de bouwvakarbeiders, de bedienden, leerlingen als uitzendkrachten in de bouw.

Hierop wordt een uitzondering gemaakt voor de volgende gevallen:

a) in de gevallen waar arbeid op zondag is toegestaan (artikel 12 van de Arbeidswet van 16 maart 1971). Het gaat hierbij om ofwel:

- het toezicht op de bedrijfsruimte;

- het schoonmaken, herstellen en onderhouden, in zoverre deze werkzaamheden voor de regelmatige voortzetting van het bedrijf nodig zijn, alsmede de werkzaamheden buiten de productie, die nodig zijn voor de regelmatige hervatting van het bedrijf na de sluitingsperiode van de bouwplaatsen (bv. schilderwerken in een school tijdens de kerstvakantie);

- arbeid verricht om het hoofd te bieden aan een voorgekomen of een dreigend ongeval (bv. strooiwerkzaamheden op de wegen, het herstellen van een beschadigd stuk wegdek wanneer dit niet kan uitgesteld worden);

- dringende arbeid aan machines of materieel, en arbeid die door een onvoorziene noodzaak wordt vereist;

- arbeid om beschadiging van grondstoffen of voortbrengselen te voorkomen.

b) wanneer de arbeiders belast zijn met de klantendienst bij handelaars in bouwmaterialen, met uitzondering van het vervoer. De ondernemingen voor de handel in bouwmaterialen moeten aan het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf de toestemming vragen en verkrijgen voor het tewerkstellen van arbeiders op zaterdagen (volgens de procedure die beschreven werd in de CAO van 30 juni 1980).

c) wanneer ze tewerkgesteld zijn in de ondernemingen die op het ogenblik van de toekenning van de rustdagen, gewoonlijk een periode van intense activiteit kennen.

Van dit uitzonderingsgeval kan enkel gebruik gemaakt worden tijdens de laatste zes rustdagen (23 december, 24 december, 26 december, 27 december, 30 december en 31 december 2024).

Onder een "intense activiteit" wordt een “activiteit verstaan die normaal gezien aanleiding zou kunnen geven tot het verrichten van bijkomende uren”. Dit uitzonderingsgeval geldt vooral voor de installateurs in centrale verwarming.

Het werken tijdens de inhaalrustdagen kan niet gerechtvaardigd worden omdat een bepaalde uitvoeringstermijn nageleefd dient te worden.

Wanneer van één van de uitzonderingen op het verbod tot werken tijdens de inhaalrustdagen gebruik gemaakt wordt, moet geen toelating bij de sociale inspectie aangevraagd worden. De werkgever beslist op eigen verantwoordelijkheid tot het werken tijdens de inhaalrustdagen. Wel dient een mededeling te gebeuren aan het Toezicht op de Sociale Wetten van het district waar de werken worden uitgevoerd. Deze mededeling moet indien mogelijk vooraf gebeuren, zo niet uiterlijk 24 uur na het begin van de werkzaamheden.

De arbeiders die tijdens één of meerdere inhaalrustdagen moeten werken, ontvangen hiervoor hun normaal loon en hebben recht op inhaalrust, die normaal binnen de 6 weken moet toegekend worden. Wanneer er arbeid werd verricht in een periode van intense activiteit, wordt deze termijn op 7 maanden gebracht.

De vervangingsrust bedraagt:

- één volle dag, indien de arbeid langer dan vier uur heeft geduurd;

- tenminste een halve dag, indien hij niet langer dan vier uur heeft geduurd. In dit geval moet de vervangingsrust vóór of na 13 uur verleend worden en mag er op die dag niet langer dan vier uur arbeid worden verricht;

en mag uiteraard niet samenvallen met rusttijden die ingevolge bv. het werken op zondag of het verrichten van overuren moeten toegekend worden.

Arbeiders die tijdens de inhaalrustdagen werkten en nog niet alle gepresteerde dagen recupereerden, mogen niet tijdelijk werkloos gesteld worden vooraleer deze inhaalrustdagen genomen werden. Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst moet de werkgever het aantal niet toegekende inhaalrustdagen op het bewijs van volledige werkloosheid C4 vermelden.

De werkgevers, hun lasthebbers of aangestelden die:

- de inhaalrustdagen niet toekennen;

- arbeid laten verrichten tijdens deze dagen behalve in de uitzonderingsgevallen;

- de inhaalrust bij toegelaten arbeid op een inhaalrustdag niet toekennen binnen de voorgeschreven termijn;

kunnen een sanctie van het niveau 2 volgens de bepalingen van het Strafrechtelijk Wetboek oplopen: een strafrechtelijke boete van € 400 tot € 4000 of kunnen een administratieve geldboete van € 200 tot € 2000. Deze boete wordt vermenigvuldigd met het aantal werknemers in overtreding.

U vindt de bouwkalender 2024 voor de provincie Antwerpen waar ook alle inhaalrustdagen staan vermeld hier: bouwkalender 2024.

Meer nieuws