Nieuwe bedragen 2024
Bij de aanvang van een nieuw kalenderjaar worden ook steeds de bedragen kenbaar gemaakt. We overlopen in dit artikel de geïndexeerde en aangepaste bedragen die mogelijk van toepassing kunnen zijn voor de verloning van uzelf en/of van uw werknemers.
Fiscale bedragen voor de beroepsinkomsten in 2024
| Vergoedingen en grensbedragen | Toepasbare vergoeding en grensbedrag voor 2024 |
| Fietsvergoeding | Een verhoging van de maximaal vrijgestelde fietsvergoeding van 0,27 EUR naar 0,35 EUR per werkelijk afgelegde kilometer. Er is nu ook maximumbedrag per jaar bepaald van 2.500 EUR. |
| Woon-werkverkeer | Het vrijgesteld bedrag voor tussenkomst van werkgever in woon-verkeer bedraagt 490 euro per jaar. |
| Kilometervergoeding 3-maandelijks | 0,4269 EUR per kilometer voor een professionele verplaatsing met een privé-voertuig. |
| Kilometervergoeding jaarlijks | 0,4280 EUR per kilometer voor een professionele verplaatsing met een privé-voertuig. Momenteel lopend tot 30/06/2024. |
| Binnenlandse dienstreizen | 20,39 EUR per dag maaltijdkosten of 326,24 EUR per maand op basis van een gemiddelde van 16 dagen. (al vanaf 1 december 2023) 152,99 EUR per overnachting. (al vanaf 1 december 2023) |
| Minimum-uurloon | 16,67 EUR bruto per uur als voorwaarde van het minimum-uurloon dat moet betaald worden om een vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing ploegenarbeid voor werken in onroerende staat op werven te bekomen. |
| Loonbonus (CAO 90) | Het bruto bedrag is 4.020 EUR en het fiscaal vrijgesteld bedrag is 3.496 EUR voor het jaar 2024. |
| Mobiliteitsbudet | Minimaal 3.055 EUR en maximaal 16.293 EUR voor het jaar 2024. |
Wanneer een werkgever een bepaald goed of middel ter beschikking stelt en de werknemer deze ook voor privédoeleinden kosteloos mag gebruiken, dan beschouwt FOD Financiën dit als een voordeel alle aard. Jaarlijks zal men ook de bedragen waaraan men een forfaitair bedrag toekent, alsook sommige berekeningscoëfficiënten, herbekijken en mogelijk aanpassen.
| Voordeel alle aard | Bedrag en toepasbaarheid |
| Elektriciteit (geen verwarming) | 1.210 EUR per jaar voor bedrijfsleiders en leidinggevenden. 550 EUR per jaar voor andere werknemers. |
| Verwarming | 2.430 EUR per jaar voor bedrijfsleiders en leidinggevenden. 1.090 EUR per jaar voor andere werknemers. |
| Woonst | Kadastraal inkomen (KI) maal 2,1763.[1] |
| Bedrijfswagen | 1.600 EUR minimum voordeel per jaar. |
|
| Referentie-uitstoot voor aardgas, benzine en lpg was 82 gram per kilometer in 2023 maar is in 2024 nog niet gekend. |
|
| Referentie-uitstoot voor diesel was 67 gram per kilometer in 2023 maar is in 2024 nog niet gekend. |
| Gratis ICT-materiaal | 72 EUR per jaar voor een PC. |
| (deze bedragen zijn | 36 EUR per jaar voor een Smartphone, GSM of tablet. |
| niet aangepast) | 48 EUR per jaar voor een telefoonabonnement. |
|
| 60 EUR per jaar voor een internetabonnement. |
[1] Sinds 1 januari 2019 wordt het voordeel dat voortvloeit uit de terbeschikkingstelling van een woning vastgesteld op 100/60 van het geïndexeerde kadastrale inkomen, vermenigvuldigd met 2.
Het voordeel wordt verhoogd met 2/3de wanneer het een gemeubelde woning betreft.
Deze bedragen zijn nog niet gepubliceerd door FOD Financiën, ze zijn dus nog steeds onder voorbehoud. Daarnaast is het ook belangrijk om te weten naar toepasbaarheid van deze bedragen toe, dat deze mogelijk verhoogde bedragen geen zekerheid geven dat de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) die ook zullen aanvaarden.
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ)
De RSZ heeft immers een autonome beslissingsmacht. De actuele bedragen die door de RSZ worden aanvaard vindt u hier. De bedragen die van toepassing zijn op het eerste kwartaal 2024 heeft de RSZ nog niet kenbaar gemaakt. Wel heeft de RSZ een verhoging forfaitaire vergoeding voor bureaukosten vanaf 1 december 2023 gepubliceerd. De kantoorvergoeding bedroeg sedert 1 januari 2023 maximaal 148,73 EUR per maand. De RSZ heeft nu beslist om deze vergoeding op te trekken naar 151,70 EUR per maand met ingang van 1 december 2023.
Wanneer je een bedrijfswagen ter beschikking stelt aan één van je werknemers, en deze de bedrijfswagen ook voor privédoeleinden mag gebruiken, moet je als werkgever een solidariteitsbijdrage betalen aan de RSZ. Het geïndexeerd bedrag voor het jaar 2024 is gekend.
De solidariteitsbijdrage (ook CO2-taks genoemd) wordt bepaald door de CO2-uitstoot van de wagen, alsook het type brandstof. Deze wordt als volgt berekend vanaf 1 januari 2024:
| Brandstof | Solidariteitsbijdrage |
| Diesel | Gekende uitstoot: [((CO2-uitstoot x 9 EUR) - 600] / 12) x 1,5359 Ongekende uitstoot: [((165 x 9 EUR) - 600] / 12) x 1,5359 = 113,35 EUR/maand |
| Benzine | Gekende uitstoot: [((CO2 uitstoot x 9 EUR) - 768] / 12) x 1,5359 Ongekende uitstoot: [((182 x 9 EUR) - 768] / 12) x 1,5359= 111,35 EUR/maand |
| LPG | Gekende uitstoot: [((CO2 uitstoot x 9 EUR) - 990] / 12) x 1,5359 |
| Elektrisch (en waterstof) | 31,99 EUR/maand |
De minimumbijdrage per maand ligt vanaf 1 januari 2024 vast op 31,99 EUR per maand. De bijdrage voor elektrisch aangedreven voertuigen bedraagt daardoor eveneens 31,34 EUR per maand.
Andere reeds gekende nieuwe bedragen
1. Loonbedragen Arbeidsovereenkomstenwet
De loongrenzen uit de Arbeidsovereenkomstenwet worden aan het begin van elk jaar aangepast. Deze zijn van toepassing op het concurrentiebeding, het scholingsbeding en het arbitragebeding.
De volgende bedragen zijn van toepassing vanaf 1 januari 2024:
| Wettelijk basisbedrag | Geïndexeerd bedrag 2024 | Relevant voor |
| 16.100 EUR | 41.969 EUR | concurrentiebeding (laagste grens) en scholingsbeding |
| 32.200 EUR | 83.939 EUR | concurrentiebeding (hoogste grens) en arbitragebeding |
2. Nieuwe grenzen loonbeslag en loonoverdracht
De grensbedragen voor loonbeslag of loonoverdracht worden elk jaar aangepast aan de index. Voor de bedragen uitgekeerd ter uitvoering van een arbeidsovereenkomst, een leerovereenkomst, een statuut, een abonnement, alsook bedragen uitgekeerd aan personen die tegen loon onder het gezag van een andere persoon arbeid verrichten buiten een arbeidsovereenkomst gelden vanaf 1 januari 2024 de volgende grenzen:
Nettoloon
| Vatbaar voor beslag | Maximale inhouding |
| 0 EUR - 1.341 EUR | / | / |
| 1.341,01 EUR - 1.440 EUR | 20% | 19,80 EUR |
| 1.440,01 EUR - 1.589 EUR | 30% | 44,70 EUR |
| 1.589,01 EUR - 1.738 EUR | 40 % | 59,60 EUR |
| Boven 1.738 EUR | Onbeperkt | Onbeperkt |
Deze grenzen kunnen onder bepaalde voorwaarden en mits bepaalde formaliteiten worden verhoogd met 83 EUR per kind ten laste:
- het moet gaan over een kind dat de volle leeftijd van 25 jaar niet bereikt heeft of onder het statuut van verlengde minderjarigheid valt;
- de titularis van de in beslag genomen of overgedragen inkomsten voorziet op substantiële wijze in de kosten van huisvesting, onderhoud of opvoeding van het kind;
- er is een verwantschap in eerste graad of een hoedanigheid van zorgouder met het kind;
- het kind mag de 12 maanden voorafgaand aan de aangifte niet beschikken over netto bestaansmiddelen die hoger liggen dan bepaalde maximumbedragen, afhankelijk van de gezinstoestand van de ouder. De bedragen van deze inkomsten worden elk jaar aangepast en in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.
De grenzen van deze netto bestaansmiddelen bedragen vanaf 1 januari 2024:
- 3.797 EUR netto als de ouder samenwonend is;
- 5.485 EUR netto als de ouder alleenstaand is;
- 6.954 EUR netto indien het kind het statuut van gehandicapte heeft.
3. Werkhervattingspremie naar 1.725 EUR
Als werkgever heb je recht op een werkhervattingspremie wanneer je iemand die al minstens één jaar arbeidsongeschikt is, het werk laat hervatten met toestemming van de adviserend arts van het ziekenfonds. Het werk moet aangepast zijn aan de gezondheidstoestand van de werknemer en hij moet minstens 3 maanden bij jou in dienst blijven.
De premie kan zowel voor een werknemer die bij aanvang van de arbeidsongeschiktheid al bij jou in dienst is als voor werknemers die je nieuw aanwerft, worden aangevraagd.
Op 1 januari 2024 werd het bedrag van de werkhervattingspremie verhoogd van 1.000 EUR naar 1.725 EUR en dit voor de progressieve werkhervattingen die ten vroegste vanaf 1 januari 2024 erkend zijn door de adviserend arts van het ziekenfonds, alsook ten vroegste van die datum aanvangen.
Je kan de eenmalige premie aanvragen via de volgende website: https://rtwp.intermut.be/cin/r...
4. De minimale stagevergoedingen jaarlijks op 1 januari geïndexeerd.
Vanaf 1 januari 2024 gelden de volgende maandelijkse minimale stagevergoedingen verschuldigd aan voltijdse stagiairs met een erkende stageovereenkomst betreffende de ondernemersopleiding (stage ondernemingshoofd) in de Vlaamse Gemeenschap:
• tijdens het 1e jaar praktijkstage: 925,20 EUR;
• tijdens het 2e jaar praktijkstage: 1.093,41 EUR;
• tijdens het 3e jaar praktijkstage: 1.261,63 EUR.
