Terugbetaling elektriciteitskosten voor het thuisladen : wat zijn de regels ?

Wanneer een werknemer een bedrijfswagen ook privé gebruikt, moet hij of zij hier meestal belasting op betalen. Daarnaast moet de werkgever een bijdrage betalen voor de CO2-uitstoot van de wagen.
De belasting voor de werknemer wordt meestal berekend met een forfaitaire formule. Hierbij worden factoren zoals de waarde van de wagen, de datum van inschrijving en de CO2-uitstoot meegenomen. Ook het gebruik van een tankkaart voor benzine of diesel telt mee voor de belasting.
Door de komst van elektrische en hybride wagens is de vraag ontstaan of de kosten voor het opladen van deze wagens ook onder deze forfaitaire berekening vallen, of dat het terugbetalen van laadkosten een extra voordeel voor de werknemer betekent.
De fiscus heeft hier eind vorig jaar duidelijkheid over gegeven via een officiële richtlijn. De RSZ (sociale zekerheidsdienst) volgt deze richtlijn nu ook.
De aanvaarding door de fiscus van de terugbetaling van de electriciteitskosten volgens het CREG-tarief, geldt sinds kort voor onbepaalde tijd.
Wanneer een werkgever een hybride of elektrische bedrijfswagen ter beschikking stelt en de kosten voor het thuis opladen vergoedt, dan is dat niet automatisch een extra voordeel voor de werknemer, mits aan deze voorwaarden wordt voldaan:
• De laadpaal of thuislader moet een systeem hebben dat aangeeft hoeveel elektriciteit er wordt verbruikt. Dit kan direct via het laadstation of via de leasingmaatschappij.
• Het bedrijfswagenbeleid moet aangeven dat de elektriciteitskosten voor het opladen worden terugbetaald.
• De terugbetaling mag alleen voor de elektriciteit die de werknemer gebruikt voor de bedrijfswagen, en moet gebaseerd zijn op de werkelijke kosten. Als meerdere gezinsleden een elektrische wagen hebben, mogen ze dezelfde laadpaal gebruiken, zolang de kosten voor elke wagen apart kunnen worden vastgesteld.
Onder deze voorwaarden wordt het gebruik van een elektrische of hybride wagen met laadpaal, en de terugbetaling van de laadkosten door de werkgever, behandeld zoals bij een gewone bedrijfswagen met tankkaart. Er wordt slechts één voordeel belast, namelijk het forfaitaire voordeel dat hoort bij de wagen.
1. Beheer van de werkelijke kosten
De terugbetaling moet gebaseerd zijn op de echte kosten van de elektriciteit. Het is toegestaan om een vast bedrag per kWh te gebruiken, maar dat bedrag mag niet hoger zijn dan het tarief dat de CREG (de energietoezichthouder) heeft vastgesteld.
2. Maximaal driemaandelijks forfaitair bedrag
Het maximaal vast bedrag per kWh wordt voor elk betrokken kwartaal bepaald per gewest aan de hand van de woonplaats van de werknemer. Dit betekent dat er in een kalenderjaar per gewest slechts 4 keer een maximaal vast bedrag per kWh wordt bepaald.
De werkgever betaalt de verbruikte elektriciteit terug, zonder het maximaal vast bedrag per kWh te overschrijden, rekening houdende met het gewest waarin de werknemer zijn woonplaats heeft. De werkgever mag uiteraard minder terugbetalen.
De werkgever kan er ook voor kiezen om de verbruikte elektriciteit terug te betalen zonder rekening te houden met de woonplaats van zijn werknemers. In zo'n geval is het maximaal vast tarief per kWh gelijk aan het laagste tarief dat geldt in één van de gewesten voor het betrokken kwartaal. Deze keuze geldt voor het gehele kalenderjaar.
3. Bedragen van 2025
Gewest | 1ste kwartaal | 2de kwartaal | 3de kwartaal | 4de kwartaal |
Maximaal vast tarief per kWh | ||||
Vlaams Gewest | 0,2822 EUR/Kwh | 0,3194 EUR/Kwh | 0,3456 EUR/Kwh |
|
Brussels Hoofdstedelijk Gewest | 0,3294 EUR/Kwh | 0,3585 EUR/Kwh | 0,3787 EUR/Kwh |
|
Waals Gewest | 0,3256 EUR/Kwh | 0,3617 EUR/Kwh | 0,3843 EUR/Kwh |
|
De aanvaarding door de fiscus van de terugbetaling van de electriciteitskosten volgens het CREG-tarief, geldt sinds kort voor onbepaalde tijd. Aanvankelijk was de tolerantie enkel gepland voor 2025.
Bronnen:
Circulaire 2024/C/77 van 5 december 2024over de terugbetaling van elektriciteitskosten door de werkgever voor het thuis opladen van een bedrijfswagen
Circulaire 2025/C/38 van 17 juni 2025 over de terugbetaling van elektriciteitskosten door de werkgever voor het thuis opladen van een bedrijfswagen – maximaal vast tarief per kWh – derde kwartaal 2025 – permanente toepassing (Bijlage).
Tussentijdse Administratieve instructies van de RSZ - 4de kwartaal 2024