Pexels Andrea Piacquadio 3760810

Aangezien de relance overuren, ook wel gekend als de ‘bruto-netto overuren’, hun einde kenden op 31 december 2022 moeten veel ondernemingen op zoek naar een andere, voor zowel werknemers als werkgevers, gunstige manier van het uitbetalen van overuren.

Door de relance overuren was de stap naar het presteren en uitbetalen van overuren snel gezet en het was zeer voordelig voor beide partijen. Deze overuren gaven immers geen recht op een loontoeslag en ze waren niet onderworpen aan sociale zekerheidsinhoudingen of belastingen. In de praktijk betekende dit dat de werknemer zijn volledige brutoloon ontving. Wanneer de werknemer bijvoorbeeld een uurloon van € 16,50 bruto had, dan hield hij er ook € 16,50 netto aan over.

Welke andere overuurstelsels zijn er nu nog mogelijk?

Voor de bouwvakarbeiders, PC 124, geldt er al heel wat jaren een specifieke sectorale regeling via het stelsel van de bijkomende uren KB 213. Deze bijkomende uren kunnen, met een maximum van 1,5 uur per dag en 180 uren per jaar (mits aan de voorwaarden voldaan), uitbetaald worden aan 120%.

De andere sectoren zullen moeten rekening houden met een toeslag van minstens 50% bij het uitbetalen van overuren. Dat kan via twee stelsels die we hier toelichten.

1. Stelsel vrijwillige overuren

De wet van 5 maart 2017 betreffende Werkbaar en Wendbaar Werk voegde aan het klassiek overurenstelsel een nieuw stelsel van overuren toe, de ‘vrijwillige’ overuren. Het gevolg hiervan was dat een werknemer voortaan onder bepaalde voorwaarden 100 vrijwillige overuren per kalenderjaar kan presteren. Sinds 23 april 2019 bedraagt het maximum zelfs 120 overuren.

De werknemer mag niet meer dan 11 uur per dag en 50 uur per week presteren en zowel voltijds als deeltijds tewerkgestelde werknemers komen in aanmerking.

Deze uren mogen enkel op initiatief van de werknemer en met zijn akkoord worden gepresteerd en op voorwaarde dat de werkgever ze wenst te laten presteren.

Er is dus geen motivering nodig, wel moet er hierover een schriftelijk akkoord tussen werknemer en werkgever worden gesloten en dit telkens voor een hernieuwbare duur van 6 maanden. Dit akkoord moet uitdrukkelijk en op voorhand worden afgesloten vóór de bedoelde periode. De wet bepaalt noch de vorm van het akkoord, noch de inhoud ervan. Het akkoord kan bijgevolg de vorm aannemen van een e-mail, een bijlage, een overeenkomst. Het mag wel niet mondeling afgesloten worden.

U vindt ons modeldocument hier: modeldocument vrijwillig overuren.

In tegenstelling tot de ‘klassieke’ overuren moeten deze uren niet worden gerecupereerd. Ze geven wel recht op de betaling van een overloon van 50% voor overuren gepresteerd in de loop van de week en 100% voor overuren gepresteerd op zondag of een feestdag.

Er is wel een belastingvermindering op de eerste 130 overuren per jaar voor zowel de werknemer als de werkgever, waarvoor een overloon wordt betaald. Deze grens wordt opgetrokken naar in het totaal 180 bijkomende uren voor werknemers die overuren presteren (onroerende werkzaamheden) op werven met een elektronisch aanwezigheidssysteem (EARS). Deze laatste voorwaarde wordt vanaf 1 juli 2021 tot 30 juni 2023 niet meer gesteld zodat het standaardcontingent voor toepassing van de fiscale vermindering sowieso 180 uur bedraagt tijdens deze periode.

2. Klassieke overuren

Deze overuren kunnen in uitzonderlijk omstandigheden en mits naleving van een aantal formaliteiten, in het kader van de Arbeidswet van 1971, gepresteerd worden.

Deze uitzonderlijke omstandigheden zijn onder meer een buitengewone vermeerdering van het werk, onvoorziene noodzakelijkheid, dringende arbeid aan machine en materieel, arbeid om een dreigend ongeval te voorkomen en nog enkele andere omstandigheden.

De werkgever moet voor zulke overuren een melding overmaken aan de sociale inspectie of in bepaalde gevallen zelf een toestemming vragen. Daarnaast moet men in een akkoord verkrijgen van de werknemers, desgevallend van hun syndicale vertegenwoordiging en voor sommige overuren moet er zelfs een melding gedaan worden aan de VDAB.

De overuren kunnen uiteraard niet onbeperkt toegepast worden tenzij om een dreigend ongeval te voorkomen. Meestal zijn deze uren dus beperkt tot maximum 11 uur per dag en/of 50 uur per week daarnaast mag een werknemer nooit meer dan 143 overuren staan hebben (principe van de interne grens).

Een klassiek overuur wordt eveneens met een toeslag van 50% uitbetaald en dat voor elk overuur dat effectief gepresteerd wordt boven 9 uur per dag en 40 uur per week. Elk overuur moet gerecupereerd worden vóór 31 maart (30 juni voor sanitaire installateurs en installateurs centrale verwarming) en wordt op het moment van recuperatie betaald aan 100%. De arbeider kan ook voor niet-recuperatie en uitbetaling aan 150% voor de eerste 91 overuren per jaar (143 overuren ingeval van toetreding tot de CAO van 12 juni 2014), gepresteerd in het kader van een buitengewone vermeerdering van het werk of een onvoorziene noodzakelijkheid, kiezen. Hij moet deze keuze (bij voorkeur schriftelijk) bekend maken voor einde betaalperiode.

Wanneer er gekozen wordt voor recuperatie, moeten de recup-uren (in blokken van 8 uur) eerst weggewerkt zijn voor er tijdelijke werkloosheid wegens slecht weer of economische redenen kan ingevoerd worden.[1]

[1] Een uitzondering op dit principe wordt gemaakt voor de bijkomende uren die gepresteerd worden in het kader van het stelsel KB nr 213

Fiscaal voordeel voor overuren en bijkomende uren

Deze fiscale stimulans geldt zowel voor de bijkomende uren KB 213, klassieke overuren en vrijwillige overuren samen. De percentages van de belastingvermindering bedragen:

OVERLOON

FISCAAL VOORDEEL

WG

WN

20%

32,19%

66,81%

50% of 100%

41,25%

57,75%

Basis voor de berekening van het fiscaal voordeel blijft het bruto-bedrag van de bezoldigingen waarop het overloon wordt berekend (dus het loon aan 100%).

Loondoorgave van overuren naar ORBISS Sociaal secretariaat

Belangrijk om te weten naar de loonverwerking toe is dat wanneer u gebruikt maakt van het stelsel van vrijwillige overuren u dit dient te melden aan uw dossierbeheerder. Dit moet gebeuren voor al de werknemers die hiervoor opteren. Zonder extra vermelding worden overuren door ORBISS immers geboekt onder het stelsel van de klassieke overuren. ORBISS-klanten die de prestaties doorgeven via ‘Prestaties’ onder de module E-services of via Officient moeten de vrijwillige overuren doorgeven met de looncode 2046 ‘Vrijwillige overuren 150%’ en de klassieke uit te betalen overuren met de looncode 91 ‘Bet. overuren zonder recup. 150%’.