Aanvullende vergoeding van 5 EUR bij tijdelijke werkloosheid
Vanaf januari 2024 bedragen de tijdelijke werkloosheidsuitkeringen voor de werknemers 60% in plaats van 65% van het begrensd gemiddeld dagloon (momenteel 76,13 EUR/dag). Dit geldt voor alle vormen van tijdelijke werkloosheid, behalve tijdelijke werkloosheid wegens overmacht en medische overmacht.
Ter compensatie werd een nieuwe toeslag ingevoerd van 5 EUR/dag (6-dagenstelsel) die aan een werknemer in tijdelijke werkloosheid moet betaald worden. Deze komt bovenop de reeds bestaande aanvullende vergoedingen (zoals bijvoorbeeld de aanvullende werkloosheidsvergoedingen-bouw die tussen de 6,34 EUR en 10,85 EUR per dag voor de bouwvakarbeiders bedragen).
Volgens de beslissing, genomen door de sector, moet de toeslag van 5 EUR betaald worden door de werkgever, of door een sectorfonds.
Voor het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf werd beslist dat de werkgever deze aanvullende vergoeding vanaf 1 januari 2024 zal moeten betalen aan zijn bouwarbeiders. De betaling van de aanvullende vergoeding werkloosheid is verplicht vanaf dag één voor werknemers waarvan het bruto maandloon niet hoger is dan 4000 EUR (23,076 EUR/uur omgerekend). Voor werknemers met een brutomaandloon hoger dan 4000 EUR, moet de aanvullende vergoeding tijdelijke werkloosheid betaald worden vanaf de 27ste dag tijdelijke werkloosheid in hetzelfde kalenderjaar en bij dezelfde werkgever.
Voor de telling van de tijdelijke werkloosheidsdagen wordt geen rekening gehouden met de dagen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht.
Specifiek voor de arbeiders van het PC 124 moeten de dagen van geprogrammeerde winteropleiding eveneens meegeteld worden in het aantal te vergoeden dagen. Het gaat immers om dagen tijdelijke werkloosheid voor weerverlet, waarbij de hoofduitkering verlaagd is en de compensatietoeslag van 5 EUR dus verschuldigd is.
Sociaal en fiscaal statuut
De toeslag is vrij van RSZ-bijdragen (geen werkgevers- en geen werknemersbijdragen verschuldigd op de toeslag). De toeslag is wel belastbaar en bij de betaling moet een bedrijfsvoorheffing van 26,75 % worden ingehouden.
Uitbetalingsmoment
De wet legt geen specifieke betalingsmodaliteiten op. Het is logisch dat het maandelijks betaald wordt gezien het de compensatie vormt van de vermindering van de werkloosheidsuitkeringen.
Loonverwerking
De beslissing om de aanvullende werkloosheidsvergoedingen te laten betalen door de werkgever, werd voor de bouwsector pas begin februari genomen. Op dat ogenblik waren er heel wat lonen van bouwvakarbeiders berekend, zodat de bijpassing over januari met een regularisatie zal gebeuren.
Van zodra alle praktische richtlijnen bekend zijn, zal de betaling automatisch gebeuren bij elke dag tijdelijke werkloosheid. Deze dag moet uiteraard voldoen aan de hierboven vermelde voorwaarden.