Arbeidsdeal deel 2: Opleidingen
Vorige week donderdag 10 november werd de wet betreffende de arbeidsdeal eindelijk gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. In ons tweede artikel in de reeks waar we deze arbeidsdeal van naderbij toelichten bekijken we de nieuwe reglementering omtrent de opleidingsplicht voor de werkgever. De overheid hecht immers veel belang aan goed en actueel gevormde werknemers en wilt dit onder meer door een opleidingsplan voor werkgevers, en aanpassingen aan het opleidingsrecht voor werknemers, bekomen.
1. Verplicht jaarlijks opleidingsplan
Ondernemingen met minstens 20 werknemers moeten jaarlijks, vóór 31 maart (eerste keer dus 31/03/2023), een formeel opleidingsplan opstellen. Dit plan bevat de aangeboden opleidingen en de doelgroep van de werknemers.
Het opleidingsplan moet vooraf worden geraadpleegd door de ondernemingsraad, bij gebrek aan, door de vakbondsafvaardiging, en bij gebrek hiervan, door de werknemers. Deze bespreking gebeurt ten laatste op 15 maart. Daarna moet het plan elektronisch bezorgd worden aan de aangewezen ambtenaar. Dit wordt verder vastgelegd in en een nog te publiceren Koninklijk Besluit.
Het opleidingsplan omvat de formele en informele opleidingen van de ondernemingen en hoe men investeert. Het plan heeft hierbij aandacht voor risicogroepen, knelpuntberoepen, evaluatie van werknemers en genderdimensie. Het opleidingsplan heeft een looptijd van minstens 1 jaar. Sectorale cao’s kunnen tegen 30/11/2022 nog extra voorwaarden opleggen.
2. Opleidingsrecht voor werknemers
2.1 Ondernemingen met minstens 20 werknemers
In ondernemingen met minstens 20 werknemers moeten alle voltijdse werknemers beschikken over 4 opleidingsdagen individueel recht per jaar vanaf 2023 en 5 opleidingsdagen per jaar vanaf 2024. De opleidingsdagen moeten pro rata worden berekend voor deeltijdse werknemers en werknemers die geen volledig jaar in dienst zijn. De sectoren kunnen dit individueel opleidingsrecht ook nog aanpassen tot 30/09/2023 via een cao. Indien dit niet gebeurt via een sectorale cao kent de werkgever de opleidingsdagen toe via een opleidingsrekening per werknemer.
2.2. Ondernemingen met minimaal 10 en tot 20 werknemers
De werkgever bepaalt en kent zelf het recht op opleiding toe aan elke werknemer. Dit recht is overdraagbaar naar een volgend kalenderjaar. De werknemer moet over een termijn van 5 jaar minimum 1 dag opleiding gemiddeld per jaar hebben. Een sectoraal cao kan dit minimum aantal dagen wel verhogen.
2.3. Ondernemingen tot 10 werknemers
In een onderneming met minder dan 10 werknemers is er nog geen opleidingsrecht voor het personeel.
De opleidingen kunnen zowel formeel als informeel van aard zijn en tijdens of na de gewone werktijden plaatsvinden. Wanneer deze na de gewone werktijden plaatsvinden worden deze echter wel vergoed als arbeidsuren.