Personeelsadministratie

Om in aanmerking te komen voor een anciënniteitspremie (Paritair Comité 124) moet de arbeider minstens 1 dag gewerkt hebben in de periode van 1 jaar die voorafgaat aan de dag waarop hij de anciënniteit van 25 of 35 jaar bereikt.

Op die manier wil men vermijden dat langdurig zieken, nog in dienst bij de firma, ineens recht zouden verkrijgen op de anciënniteitspremie, ook al zouden ze in het vorig jaar nog geen dag gewerkt hebben.

De anciënniteitspremie in de bouwsector bedraagt:

  • €500 na een ononderbroken anciënniteit van 25 jaar binnen dezelfde onderneming.
  • €700 na een ononderbroken anciënniteit van 35 jaar binnen dezelfde onderneming.

De anciënniteitspremie moet ten laatste de 1ste betaaldag na het bereiken van de vereiste anciënniteit betaald worden. De anciënniteitspremie is vrijgesteld van sociale zekerheidsbijdragen en belastingen.

Deze sectorale regeling is suppletief; bedrijven die reeds een gelijkwaardig voordeel toekennen, hoeven op dit vlak niets te doen.

Voor de bedienden uit de bouwsector is er geen sectorale verplichting, maar kan u als werkgever wel een anciënniteitspremie vrijgesteld van sociale zekerheidsbijdragen en belastingen uitbetalen, als ze op volgende wijze wordt toegekend.

  • Maximaal twee maal tijdens de loopbaan van de werknemer bij de werkgever:
    • één maal ten vroegste tijdens het kalenderjaar waarin hij 25 jaar in dienst is bij de werkgever;
    • en een tweede maal ten vroegste tijdens het kalenderjaar waarin hij 35 jaar in dienst is bij de werkgever,
  • Voor zover het maximale bedrag niet hoger is dan:
    • één maal het bruto bedrag van de maandwedde voor 25 jaar dienst,
    • twee maal het bruto bedrag van de maandwedde voor 35 jaar dienst.

Meer nieuws