Economische werkloosheid voor bedienden: wat na 30 juni 2025?

Wanneer een bouwonderneming tijdelijk minder opdrachten heeft, wordt vaak gebruikgemaakt van tijdelijke werkloosheid omwille van economische redenen. Bij economische werkloosheid denkt men in de eerste plaats aan arbeiders, maar sinds 2012 bestaat er ook een mogelijkheid om deze regeling toe te passen op bedienden.
In dit artikel overlopen we beknopt de voorwaarden en procedure, die toch zwaarder en complexer zijn dan die voor arbeiders. Deze procedure dreigt bovendien nog ingewikkelder te worden na 30 juni 2025.
Voorwaarden
Er zijn drie zogenoemde preliminaire (voorafgaande) voorwaarden om economische werkloosheid voor bedienden in te voeren in jouw onderneming (zie het infoblad E54), waaraan je elk afzonderlijk moet voldoen:
1) Toepassingsgebied: de werkgever valt onder het toepassingsgebied van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. Het betreft dus voornamelijk ondernemingen uit de privésector.
2) CAO of ondernemingsplan: de onderneming moet nagaan of er een sectorale CAO is voorzien voor deze vorm van tijdelijke werkloosheid, dan wel een goedgekeurde ondernemings-CAO indien er een syndicale afvaardiging is, ofwel een goedgekeurd ondernemingsplan. In PC 200, waar ook de bouwbedienden onder vallen, is geen sectorale CAO voorzien. De bouwondernemingen kunnen alvast tot en met 30 juni 2025 bij een aanvraag tot economische werkloosheid naar CAO 172 van de Nationale Arbeidsraad (NAR) verwijzen. Voorlopig is het nog steeds onzeker of de vereenvoudigde procedure vanaf 1 juli 2025 zal worden verlengd. Indien een onderneming na deze datum verder gebruik wil maken van de economische werkloosheid voor bedienden, raden wij aan om – in afwachting van een eventuele verlenging – de klassieke, uitgebreide procedure te volgen om een nieuwe aanvraag correct in te dienen. Hiervoor moet onder meer een ondernemingsplan ingediend worden bij de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Dit is enkel mogelijk als de onderneming als zgn. “onderneming in moeilijkheden” wordt beschouwd.
De RVA stelt het volgende met betrekking tot het mogelijke einde van CAO 172 na 30 juni 2025: “Indien de cao nr. 172 niet verlengd zou worden na 30 juni 2025, zullen ondernemingen die vanaf 1 juli 2025 (verder) gebruik willen maken van de regeling tijdelijke werkloosheid werkgebrek bedienden opnieuw moeten aantonen dat zij voldoen aan de preliminaire voorwaarden van artikel 77/1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. Deze ondernemingen zullen dus een nieuw, volledig ingevuld formulier C106A moeten indienen bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) of bij de Directie Collectieve Arbeidsverhoudingen van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, naargelang ze hun aanvraag baseren op een collectieve arbeidsovereenkomst of op een bedrijfsplan.”
3) Erkenning als onderneming in moeilijkheden: de onderneming moet aantonen dat zij een “onderneming in moeilijkheden” is. Dit kan op basis van één van de volgende drie criteria:
- Een daling van de omzet, productie of het aantal bestellingen;
- Het feit dat er economische werkloosheid werd ingevoerd voor arbeiders;
- De erkenning door de minister van Werk als onderneming in moeilijkheden, op basis van onvoorziene omstandigheden die op korte termijn hebben geleid tot een substantiële daling van de omzet, de productie of het aantal bestellingen.
Procedure
De volledige procedure is terug te vinden op het infoblad E55 van de RVA. Hieronder geven we een beknopt overzicht:
1) Goedkeuring van het ondernemingsplan
Als je een ondernemingsplan opstelt, moet je dit samen met een gemotiveerde aanvraag en het formulier C106A of C106A-NBTW aangetekend bezorgen aan de directeur-generaal van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van FOD WASO, Ernest Blerotstraat 1, 1070 Brussel. De Commissie onderzoekt het plan en beslist binnen twee weken op basis van de volgende criteria:
- Is de onderneming in moeilijkheden?
- Beantwoordt het ondernemingsplan aan alle wettelijke vereisten?
- Leidt de toepassing van het plan tot het verlijden van ontslagen?
De gemotiveerde beslissing wordt je toegestuurd en eveneens aan de RVA bezorgd.
Meer informatie en een template voor het ondernemingsplan vind je op de website van FOD WASO.
2) Indienen van formulier C106A
Het C106A formulier, dat aantoont dat aan de preliminaire voorwaarden is voldaan, wordt aangetekend verstuurd naar de dienst Tijdelijke werkloosheid van de RVA die bevoegd is voor de regio van jouw onderneming. Het ondernemingsplan moet reeds goedgekeurd zijn vóór je dit C106 A-formulier kan indienen.
3) Elektronische melding van schorsing
Nadat je van de RVA bericht hebt ontvangen dat jouw onderneming voldoet aan de preliminaire voorwaarden, mag je - ten vroegste 14 dagen na verzending van het formulier C106A – een elektronische mededeling "schorsing bedienden ingevolge werkgebrek" versturen.
4) Kennisgeving werkloosheidsdagen
Ten minste zeven kalenderdagen vóór de eerste voorziene werkloosheidsdag moet je een elektronische kennisgeving elektronisch versturen naar de RVA (de dag van de kennisgeving en de eerst voorziene werkloosheidsdag zijn niet inbegrepen in deze termijn). Diezelfde dag informeer je ook de betrokken bedienden en ondernemingsraad. De regeling van volledige schorsing of van gedeeltelijke arbeid start bij voorkeur op een maandag.
5) Validatieboek
Je laat een validatieboek waarmerken door het werkloosheidsbureau of kiest voor het gebruik van een elektronisch validatieboek.
6) Controlekaart C3.2A
Voor de eerste werkloosheidsdag van elke maand bezorg je aan de bediende een controlekaart C3.2A, waarvan het nummer werd opgenomen in het validatieboek. Dit moet nu ook een elektronische controlekaart zijn.
7) Elektronische melding aan RVA
Elke maand meld je via elektronische weg aan de RVA de eerste effectieve werkloosheidsdag van de maand.
8) Eerste aangifte – ASR scenario 2
Voor de eerste keer moet er een ASR scenario 2 worden ingediend: “Aangifte vaststellen recht tijdelijke werkloosheid of schorsing bedienden”. Dit doet ORBISS voor jou.
9) Maandelijkse aangifte – ASR scenario 5
Maandelijks moet een ASR scenario 5 worden ingediend: “Maandelijkse aangifte van de uren tijdelijke werkloosheid of uren schorsing bedienden’. Dit gebeurt eveneens via ORBISS.
Aandachtspunten
- Controleer steeds of de CAO van de NAR waarnaar u verwijst in het C106A-document nog van kracht is.
- De bediende heeft recht op een aanvullende vergoeding per dag tijdelijke werkloosheid:
- Enerzijds het bedrag van dat geldt voor de arbeiders in het spiegel-paritair comité (voor de bedienden in een bouwonderneming is dat PC 124);
- Anderzijds een bijkomende toeslag bij tijdelijke werkloosheid, die sinds 2024 geldt en momenteel 5,20 euro per dag tijdelijke werkloosheid bedraagt.
- Bij economische werkloosheid voor bedienden is het niet verplicht om deze effectief op te nemen na de toekenning van het recht.
- Er geldt een maximaal recht per werknemer per kalenderjaar: 16 weken volledige schorsing, 26 weken gedeeltelijke schorsing of een combinatie van beide.
- De aangevraagde periodes worden altijd in mindering gebracht van dit maximale recht. Het is dus belangrijk om dit goed op te volgen en realistisch in te schatten.