Een paasei vol verrassingen
Het paasakkoord en de arbeidsmarkt
Je las het al in ons dossier over de studentenarbeid maar volledigheidshalve vermelden we het nogmaals. De Kamer gaf op 27 maart 2025 groen licht voor een wetsvoorstel dat het toegestane aantal uren studentenarbeid verhoogt van 475 naar 650 uur per jaar. Deze wijziging geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2025.
Bovendien wordt het maximumbedrag dat een student mag bijverdienen zonder dat dit een fiscale impact heeft op de ouders verhoogd naar 6.840 euro. Dit is een verdubbeling van het eerder vastgelegde basisbedrag van 3.000 euro.
Deze verhoging geldt onder voorbehoud van publicatie in het Belgisch Staatsblad.
De wet betreffende het uitstel van de FLA naar 1 september 2025 is inmiddels op 23 april gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad zodat deze wet in werking is getreden. De regering onderzoekt ondertussen een minder administratief belastend systeem.
Structurele veranderingen in werkloosheidsregelingen
De regels voor werkloosheidsuitkeringen in België staan op het punt te veranderen. Dit zijn de belangrijkste wijzigingen:
- Werkloosheidsuitkeringen worden voortaan in de tijd beperkt tot maximaal 2 jaar. Na 1 jaar eindigt het recht op uitkering maar per 3 extra gewerkte maanden in het beroepsverleden komt er 1 maand uitkering bij.
- Deze beperking tot 2 jaar geldt niet voor wie ouder is dan 55 jaar, op voorwaarde dat men een loopbaan van minstens 30 jaar (later stijgend naar 35 jaar) kan aantonen.
- Diezelfde voorwaarde van een loopbaan van 30 jaar (later 35 jaar) zal ook nodig zijn om toegang te krijgen tot het stelsel van de landingsbanen (tijdskrediet voor oudere werknemers).
- De inschakelingsuitkeringen van schoolverlaters worden beperkt tot 1 jaar in plaats van 3 jaar. De regeling rond beschermingsuitkeringen, die men soms kan krijgen na het einde van de inschakelingsuitkeringen, verandert voorlopig niet.
- Normaal gezien geldt deze beperking van de werkloosheidsuitkering tot 2 jaar ook als men werkloos is en een opleiding voor een knelpuntberoep volgt. Bij wijze van overgangsmaatregel werd evenwel beslist dat men de uitkering voor de volledige duur van de opleiding kan behouden, op voorwaarde dat de opleiding is gestart vóór 1 januari 2025. Alleen wie een knelpuntopleiding in de zorgsector volgt, kan ook in de toekomst nog een uitkering ontvangen tijdens de volledige opleidingsduur.
- Ook de manier waarop de werkloosheidsuitkeringen worden berekend, verandert. Het bedrag zal in het begin hoger zijn maar daarna sneller dalen dan nu het geval is.
- We verwelkomen ook een nieuwe “doorstartregeling”. Werknemers krijgen één keer in hun loopbaan de mogelijkheid om zelf ontslag te nemen en toch gedurende 6 maanden werkloosheidsuitkeringen te ontvangen, zonder de gebruikelijke uitsluitingssanctie bij vrijwillig ontslag.
Kortom, de uitkeringen worden over het algemeen beperkt in de tijd, met uitzonderingen voor oudere werknemers met een lange loopbaan en specifieke regels voor opleidingen. Tegelijk wordt een nieuwe regeling ingevoerd om een carrièreswitch via ontslag te faciliteren.
Verlaging van lasten op arbeid voor lage en gemiddelde lonen in aanloop naar minimumloonsverhoging in mei 2026
De sociale bijdragen die werkgevers betalen op de lage en middenlonen worden verlaagd. Tegelijk stijgen de minimumlonen in mei 2026 met 35 euro bruto per maand. Deze verhoging wordt gefinancierd door de bijdragevermindering. Voor lonen boven 85.000 euro per kwartaal geldt een vrijstelling van werkgeversbijdragen.
Ouderschapsverlof toegankelijk voor pleegouders
Ook pleegouders zullen in de toekomst recht hebben op ouderschapsverlof.
Fiscaal plafond van flexi-jobs wordt verhoogd
Inkomsten uit flexi-jobs zijn in principe fiscaal vrijgesteld, op voorwaarde dat de sociale bijdrage van 28% betaald is. Sinds aanslagjaar 2025 is die vrijstelling beperkt tot een niet-geïndexeerd bedrag van 12.000 euro. Dit plafond wordt verhoogd tot een bedrag van 18.000 euro dat wel zal worden geïndexeerd.
Uitdoving SWT
Het SWT-stelsel wordt afgeschaft voor nieuwe instromers. Oorspronkelijk wilde de federale regering de nieuwe instroom al stopzetten vanaf 31 januari 2025 maar na overleg van de sociale partners binnen de Groep van 10 werd in het Interprofessioneel Akkoord 2025-2026 een overgangsregeling getroffen. De bestaande cao’s zullen tot hun einddatum van 30 juni 2025 nageleefd worden om zo rechtszekerheid te waarborgen.
Voor specifieke SWT-stelsels, zoals de bouw en zware beroepen, blijft instroom tot SWT mogelijk voor werknemers die ontslagen worden tot 30 juni 2025. Het gaat over de volgende cao’s:
- NAR-cao nr. 143: zwaar beroep;
- NAR-cao nr. 166: bouwbedrijf, nachtarbeid en zware beroepen;
- NAR-cao nr. 167: lange loopbaan;
- NAR-cao nr. 169: aangepaste beschikbaarheid.
Voor het algemeen stelsel van SWT (NAR-cao nr. 17) blijft instroom tot SWT mogelijk voor werknemers die ontslagen werden vóór 1 april 2025 én die op 30 juni 2025 aan de leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarden voldoen.
Vanaf 1 juli 2025 zal het SWT-stelsel dus definitief uitgedoofd worden: niemand zal nog instromen in een SWT-stelsel. Er is echter één uitzondering op dit uitdoofscenario: het stelsel van medische SWT blijft wel bestaan.
Werknemers die vóór 1 juli 2025 worden ontslagen, behouden wel hun recht op vrijstelling van aangepaste beschikbaarheid tot 31 december 2026.
Samengevat, komen er dus lastenverlagingen op lage lonen gekoppeld aan een hoger minimumloon, een uitbreiding van het ouderschapsverlof, een hoger fiscaal plafond voor flexi-jobs en een definitieve stopzetting van het SWT-stelsel, met uitzondering van het medisch SWT en met respect voor de afgesproken overgangsregelingen.
Het paasakkoord en de re-integratie van langdurig zieken
Het paasakkoord bevat ook verschillende maatregelen om alle betrokkenen meer verantwoordelijkheid te geven bij de re-integratie van langdurig zieken naar de werkvloer. Enkele belangrijke punten zijn:
- Werknemers die zonder geldige reden een afspraak bij de controlearts missen, verliezen voortaan 10% van hun uitkering (i.p.v. 2,5% nu);
- De mutualiteiten ontvangen voortaan een hogere vergoeding (15% i.p.v. 2,5%) voor hun vaste administratieve kosten. Deze vergoeding wordt weliswaar afhankelijk gemaakt van hoe goed ze presteren in het begeleiden van arbeidsongeschikte personen naar de arbeidsmarkt;
- Grote werkgevers zullen een bijdrage moeten leveren aan de ziektekosten. Concreet dienen ze tijdens de tweede en derde maand van arbeidsongeschiktheid 30% van de RIZIV-uitkering te betalen. Deze maatregel geldt niet voor kmo’s en ook niet voor oudere werknemers;
- Artsen die frequent ziekteattesten voorschrijven, worden strenger gecontroleerd. Opvallend voorschrijfgedrag kan leiden tot sancties.
Het paasakkoord en de fiscaliteit
Het paasakkoord bevat ook belangrijke fiscale wijzigingen. Bepaalde maatregelen, zoals “de bijdrage van de sterkste schouders op investeringen”, laten we hier buiten beschouwing. We focussen op de wijzigingen die een directe impact hebben op jouw loon of dat van jouw werknemers.
Versoepeling van de bedrijfswagenfiscaliteit voor plug-in hybrides
De vorige regering zette stappen om bedrijfswagens fiscaal minder aantrekkelijk te maken. Voor plug-in hybrides besteld vóór juli 2023 zou de fiscale aftrekbaarheid stapsgewijs dalen van 100% naar 0% in 2028. Volledig elektrische wagens behielden langer hun volledige aftrekbaarheid.
De huidige regering plant vanaf 1 januari 2026 nieuwe, soepelere regels voor bedrijfswagens. De officiële reden is om zorgen over laadinfrastructuur en de prijs van elektrische wagens weg te nemen maar mogelijks speelt ook de aarzeling van vele zelfstandigen om over te stappen op volledig elektrische wagens mee.
Het nieuwe akkoord versoepelt de regels voor plug-in hybrides op twee manieren:
- Er geldt een langere aftrekbaarheid tot 100% voor plug-in hybrides die vanaf 2026 besteld worden, net zoals voor volledig elektrische wagens. Hun maximale aftrekpercentage daalt pas vanaf 2027, gelijktijdig met de daling voor de elektrische wagens. Vanaf 2030 zijn hybrides niet meer aftrekbaar. Het exacte aftrekpercentage hangt af van de CO₂ -uitstoot en geldt voor de hele periode dat dezelfde eigenaar/gebruiker met die wagen rijdt.
- Er wordt een hogere drempel voor “fake hybrides” geïnstalleerd. De CO₂ -grens om als “echte” hybride te kwalificeren – en dus van een gunstiger regime te genieten – wordt verhoogd van 50 naar 75 gr/km. Voor wagens met een uitstoot tot 75 gram geldt tot eind 2027 een uitzondering, waarbij een potentieel hoger aftrekpercentage volgens de wettelijke formule mogelijk blijft. Deze verhouding houdt waarschijnlijk verband met de nieuwe, strengere Euro 6-bis meetmethode voor CO₂-uitstoot, die voor hybrides vaak hogere waarden oplevert.
Belangrijk: deze nieuwe fiscale regels voor bedrijfswagens gaan in op 1 januari 2026 maar zijn óók van toepassing op hybride wagens die al sinds juli 2023 zijn besteld.
Lastenverlaging voor lage en gemiddelde lonen
Er komt later dit jaar een lastenverlaging via aparte wetgeving, met name de thematische wetten. Om dit te financieren, worden nu al enkele maatregelen overwogen, zoals het halveren van het fiscaal voordeel voor onderhoudsuitkeringen (alimentatie) en maatregelen tegen het oneigenlijk gebruik hiervan.£
Vereenvoudigde belastingaangiftes
Om de belastingaangifte te vereenvoudigen en de lastenverlaging mee te financieren, wil de regering een aantal belastingverminderingen, uitzonderingen en vrijstellingen afschaffen. Dit moet het aantal codes op het aangifteformulier verminderen.
Specifiek worden genoemd voor mogelijke afschaffing:
- Belastingvermindering voor investeringen in microfinanciering, elektrische motorfietsen, driewielers en vierwielers, voor huishoudpersoneel, adoptie, rechtsbijstand en minderwaarden bij vereffening van een private privak (Private Privé-Investeringsvennootschap voor Alternatieve Kapitalen);
- Belastingvrijstellingen voor bijkomend personeel met laag loon en voor bijkomend personeel voor de uitvoer en integrale kwaliteitszorg;
- Het verhoogde forfait voor verre verplaatsingen;
- Het PC-privéplan;
- De verhoogde kostenaftrek van het stagebonusloon;
- Een verlaging van het percentage van de belastingvermindering voor giften.
De regering beseft dat vooral het schrappen van de belastingvermindering voor giften gevoelig ligt bij NGO's, waardoor het onzeker is of deze maatregel er effectief komt.
Samenvattend versoepelt, verlaagt en vereenvoudigt het paasakkoord diverse fiscale maatregelen. De aanpassingen combineren groenere fiscaliteit voor hybrides met lastenverlichting voor werknemers maar riskeren controverse door het schrappen van specifieke belastingvoordelen.
Er staan ons dus vele veranderingen te wachten maar deze moeten eerst nog vorm krijgen in wetteksten. Zoals steeds, kunnen jullie op ORBISS rekenen om jullie het nieuws heet van de pers te brengen. Stay tuned!