Geen relance overuren meer vanaf 2023!
Het extra quotum van 120 vrijwillige overuren werd per kalenderjaar enkel voor 2021 en 2022 vastgelegd en stopt dus op het einde van dit jaar. Vanaf 2023 kan een onderneming dus nog enkel gebruik maken van de 120 vrijwillige overuren op basis van de CAO van 23 april 2019.
Het basiscontingent vrijwillige overuren dat een werknemer kan presteren werd in 2021 en 2022 opgetrokken met een extra contingent van 120 bijkomende vrijwillige overuren, de zogenaamde relance overuren. Deze waren in de eerste plaats voorzien voor ondernemingen die tot de cruciale sectoren behoren, namelijk PC Bouw 124, Hout en Stoffering 126 en het PSC 149.01 Electriciens – Installatie en Distributie. Deze voorwaarde werd echter uitgebreid tot alle sectoren door het interprofessioneel akkoord (IPA) van begin juni 2021.
Deze relance overuren geven geen recht op een loontoeslag en krijgen een uitzonderlijke behandeling. Deze uren zijn niet onderworpen aan sociale zekerheidsinhoudingen of belastingen. In de praktijk betekent dit dat de werknemer zijn volledige brutoloon ontvangt. Dus als de werknemer bijvoorbeeld een uurloon van € 16,50 heeft, dan ontvangt hij € 16,50. Hij zal later niets moeten (terug)betalen aan de fiscus op de bezoldiging van deze uren. Zij zullen overigens in een specifiek vak van de fiscale fiche 281.10 vermeld staan en zullen onder een afzonderlijke code opgenomen worden in de belastingaangifte.
Aan het presteren van overwerk is wel een plafond gesteld: de Europese bovengrens van de arbeidsduur (48 uur gemiddeld per week, berekend over een periode van 4 maanden) mag niet worden overschreden.
Bovendien mogen de arbeidsprestaties niet meer dan 11 uur per dag en 50 uur per week bedragen.
Hierbij geldt eveneens het principe van vrijwilligheid van de werknemer en het akkoord van de werkgever en dient er een aparte overeenkomst tussen beide partijen afgesloten te worden.
Wat zijn vrijwillige overuren?
De wet van 5 maart 2017 betreffende Werkbaar en Wendbaar Werk voegde aan het klassiek overurenstelsel een nieuw stelsel van overuren toe, de ‘vrijwillige’ overuren. Het gevolg hiervan was dat een werknemer voortaan onder bepaalde voorwaarden 100 vrijwillige overuren per kalenderjaar kan presteren. Sinds 23 april 2019 bedraagt het maximum zelfs 120 overuren.
De werknemer mag niet meer dan 11 uur per dag en 50 uur per week presteren en zowel voltijds als deeltijds tewerkgestelde werknemers komen in aanmerking.
Deze uren mogen enkel op initiatief van de werknemer en met zijn akkoord worden gepresteerd en op voorwaarde dat de werkgever ze wenst te laten presteren.
Er is dus geen motivering nodig, wel moet er hierover een schriftelijk akkoord tussen werknemer en werkgever worden gesloten en dit telkens voor een hernieuwbare duur van 6 maanden. Dit akkoord moet uitdrukkelijk en op voorhand worden afgesloten vóór de bedoelde periode. De wet bepaalt noch de vorm van het akkoord, noch de inhoud ervan. Het akkoord kan bijgevolg de vorm aannemen van een e-mail, een bijlage, een overeenkomst. Het mag wel niet mondeling afgesloten worden.
U vindt ons modeldocument hier: modeldocument vrijwillig overuren.
In tegenstelling tot de ‘klassieke’ overuren moeten deze uren niet worden gerecupereerd. Ze geven wel recht op de betaling van een overloon van 50% voor overuren gepresteerd in de loop van de week en 100% voor overuren gepresteerd op zondag of een feestdag.
Er is wel een belastingvermindering op de eerste 130 overuren per jaar voor zowel de werknemer als de werkgever, waarvoor een overloon wordt betaald. Deze grens wordt opgetrokken naar in het totaal 180 bijkomende uren voor werknemers die overuren presteren (onroerende werkzaamheden) op werven met een elektronisch aanwezigheidssysteem (EARS). Deze laatste voorwaarde wordt vanaf 1 juli 2021 tot 30 juni 2023 niet meer gesteld zodat het standaardcontingent voor toepassing van de fiscale vermindering sowieso 180 uur bedraagt tijdens deze periode.
Deze fiscale stimulans geldt zowel voor de bijkomende uren KB 213, klassieke overuren en vrijwillige overuren samen. De percentages van de belastingvermindering bedragen:
OVERLOON | FISCAAL VOORDEEL | |
| WG | WN |
20% | 32,19% | 66,81% |
50% of 100% | 41,25% | 57,75% |
Basis voor de berekening van het fiscaal voordeel blijft het bruto-bedrag van de bezoldigingen waarop het overloon wordt berekend (dus het loon aan 100%).
Bron: Wet van 12 december 2021 tot uitvoering van het sociaal akkoord in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de periode 2021-2022, BS 31/12/2021