Tara Glaser Jv9Fp E6 Dva A Unsplash

In deze periode krijgt u wellicht geregeld vragen rond het opnemen van klein verlet ter gelegenheid van de communie van het kind van één van uw werknemers.

Belangrijk om te weten is dat er voor de eerste communie of het lentefeest in de algemene regeling geen recht op klein verlet is voorzien.

Indien een kind van de werknemer of van de echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner zijn plechtige communie doet of deelneemt aan het feest van de vrijzinnige jeugd, dan heeft de werknemer wel recht op één dag klein verlet met behoud van loon.

In principe valt de dag klein verlet samen met de dag van de plechtigheid. Wanneer de plechtigheid echter doorgaat op een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag, dan is er recht op klein verlet “voor de gewone activiteitsdag die onmiddellijk volgt op de dag van de plechtigheid of er onmiddellijk aan voorafgaat”.

Het begrip arbeidsdag wordt ingevuld op ondernemingsniveau. Indien een werknemer niet moet werken op de activiteitsdag die de dag van de plechtigheid onmiddellijk voorafgaat of volgt, dan verliest hij zijn recht op klein verlet.

Voorbeeld: Een deeltijdse werknemer werkt enkel op woensdag en vrijdag en het feest valt op een zondag. Indien dit geldt in een onderneming waar van maandag tot vrijdag gewerkt wordt, dan zal er geen recht op klein verlet zijn voor deze werknemer.

Wanneer een werknemer gebruik wil maken van zijn recht op klein verlet, dan moet hij u op voorhand verwittigen. Als de voorwaarden vervuld zijn, dan kunt u de opname van het klein verlet door uw werknemer niet verhinderen. U kunt desgewenst wel vragen dat de werknemer u een bewijs bezorgt van de gebeurtenis die recht geeft op klein verlet (bijvoorbeeld een attest van de catechist of het organiserend comité van het feest van de vrijzinnige jeugd).

Indien de werknemer ouder is van 2 kinderen die hun plechtige communie op dezelfde dag doen, dan wordt er slechts 1 dag klein verlet toegekend. De toekenning van het klein verlet is immers gekoppeld aan de gebeurtenis en hangt niet af van het aantal kinderen.

Bron: Artikel 30 van de Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978 en het koninklijk besluit van 28 augustus 1963 betreffende het behoud van het normaal loon van de werklieden, (de dienstboden), de bedienden en de werknemers aangeworven voor de dienst op binnenschepen, voor afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten.