Overdracht wettelijke vakantiedagen mogelijk vanaf december 2024
Vanaf 2024 kunnen werknemers hun wettelijke vakantiedagen, die eind december niet werden opgenomen wegens wettelijk vastgestelde schorsingsgevallen (zie verder), overdragen tot 24 maanden na het einde van het vakantiejaar. Het gaat hier om de overdracht van wettelijke vakantiedagen; dus niet de extralegale, Europese, jeugd- of seniorvakantiedagen.
1) Overdracht van vakantiedagen
De wettelijke schorsingsgevallen, die de mogelijkheid tot overdracht van wettelijke vakantie geven, zijn:
- arbeidsongeval en beroepsziekte;
- ziekte of gewoon ongeval;
- moederschapsrust (= zwangerschapsrust);
- vaderschapsverlof (= omgezette moederschapsrust als gevolg van overlijden of ziekenhuisopname van de moeder);
- profylactisch verlof (= stopzetting van de arbeid ingevolge het opleggen van een profylactische maatregel wanneer de werknemer (man/vrouw) in contact is gekomen met iemand die aangetast is door een besmettelijke ziekte);
- geboorteverlof;
- adoptieverlof;
- verlof voor pleegzorg en pleegouderverlof.
Voorbeeld: Een werknemer heeft op maandag 2 december 2024 nog 5 vakantiedagen over en wenst deze op te nemen in de week van 16 tot 20 december 2024. De werknemer wordt uiteindelijk ziek van 9 december 2024 t.e.m. 8 januari 2025 en kan deze vakantiedagen dus onmogelijk opnemen in 2024. Deze 5 vakantiedagen kunnen nog opgenomen worden tot 31 december 2026.
Een bijzondere situatie is de volledige werkverwijdering als maatregel van moederschapsbescherming. In dit geval blijft de algemene regel van toepassing en zal de werkneemster de vakantiedagen moeten opnemen vóór 31 december van het vakantiejaar. Indien de werkneemster daarentegen een geneeskundig getuigschrift bezorgt aan de werkgever waaruit blijkt dat zij om gezondheidsredenen niet in staat is om vakantie te nemen tijdens de periode van werkverwijdering, kunnen de resterende vakantiedagen alsnog worden overgedragen tot 24 maanden na het vakantiejaar.
Belangrijk is dat het voor de werknemer strikt onmogelijk moet zijn om omwille van één van de vernoemde schorsingsgevallen zijn/haar wettelijke vakantiedagen nog op te nemen. Wanneer een werknemer voor einde van het jaar het werk hervat en er nog genoeg werkdagen zijn om het niet opgenomen verlof op te nemen, is een overdracht naar één van de volgende 2 jaar niet toegestaan. De algemene regel, die stelt dat de wettelijke vakantiedagen opgenomen moeten worden binnen het betrokken jaar, blijft dus van tel.
Voorbeeld: Een werkneemster is in zwangerschapsrust (15 weken) vanaf 1 juli 2024. Hierdoor kan zij het bouwverlof (15 vakantiedagen) niet opnemen. Op het ogenblik dat de zwangerschapsrust midden oktober 2024 afgelopen is, heeft zij nog voldoende tijd over om de niet opgenomen vakantiedagen voor het einde van het jaar op te nemen. De overgedragen vakantiedagen mogen ook worden opgenomen bij een andere werkgever dan degene waarmee de werknemer verbonden was door een arbeidsovereenkomst op het moment waarop de schorsing zich voordeed. Voor bedienden vermeldt het vakantieattest voortaan dan ook het aantal overgedragen vakantiedagen. Voor arbeiders zijn er voorlopig nog geen instructies voor het attesteren van deze vakantiedagen.
Let op: er moet een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen de nieuwe regels omtrent het uitstel van vakantiedagen tijdens het collectief verlof en de nieuwe regels omtrent de overdracht van vakantiedagen. Werknemers die bijvoorbeeld ziek worden tijdens hun geplande vakantie en hun vakantiedagen sinds 2024 bijgevolg mogen uitstellen naar een latere datum, mogen deze vakantiedagen niet automatisch overdragen tot 24 maanden na het vakantiejaar. Deze vakantiedagen moeten in eerste instantie opnieuw opgenomen worden vóór het einde van het jaar, dus ten laatste op 31 december.
2) Vakantiegeld voor de overgedragen vakantiedagen
Wat bedienden betreft, is de werkgever verplicht om de werknemer uiterlijk 31 december van het vakantiejaar volgend vakantiegeld te betalen voor de vakantiedagen die worden overgedragen:
- Het enkel vakantiegeld voor de nog niet genomen dagen, op basis van het loon van de maand december. Op dit enkel vakantiegeld worden sociale zekerheidsbijdragen geïnd.
- Het dubbel vakantiegeld als dit nog niet werd betaald, op basis van het loon van de maand december.
Wat arbeiders betreft, ontvangen zij het vakantiegeld in de loop van het vakantiejaar voor alle vakantiedagen (en dus ook de vakantiedagen die eventueel worden overgedragen op het einde van het jaar) van de RJV of het vakantiefonds.
Het vakantiegeld voor de overgedragen vakantiedagen wordt dus voor alle werknemers op voorhand betaald en niet op het moment dat de werknemer deze vakantiedagen opneemt.
De werkgever moet tegen het einde van het jaar ook bovenstaand vakantiegeld betalen aan bedienden die niet al hun vakantiedagen tijdig konden opnemen wegens een werkverwijdering als maatregel van moederschaps-bescherming of wegens een situatie van overmacht. De bediende die uit eigen wil niet al zijn vakantiedagen opneemt, verliest daarentegen zijn recht op vakantiegeld voor de dagen die hij niet heeft opgenomen.
Let op: Vanaf 2024 worden de niet-opgenomen vakantiedagen niet langer verrekend op de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen ten laste van de ziekte- en invaliditeitsverzekering. Gelet op deze nieuwe mogelijkheid tot het overdragen van vakantiedagen, kan de periode waarin het vakantiegeld wordt uitbetaald niet langer beschouwd worden als een vakantieperiode. Het betaalde vakantiegeld dient namelijk voor de ‘inkomensdekking’ van deze overgedragen vakantiedagen. Bijgevolg wordt dit cumulverbod volledig opgeheven vanaf (vakantiejaar) 2024. Het ziekenfonds zal dus vanaf 2024 geen elektronische aanvragen (ZIMA 5) meer versturen naar werkgevers of hun lasthebbers.
3) De codes bij ORBISS
ORBISS creëerde in het kader van deze nieuwe reglementering volgende nieuwe codes :
3550 Uitbetaling over te zetten vakantiedagen - bedrag (met aanduiding van het jaar waarop ze betrekking hebben)
3551 Uitbetaling over te zetten vakantiedagen - in uren (met aanduiding van het jaar waarop ze betrekking hebben)
470 Niet opgenomen verlof (jaar – 1)
471 Niet opgenomen verlof (jaar – 2)
Wettelijke referentie : Koninklijk besluit van 8 februari 2023 tot wijziging van de artikelen 3, 35, 46, 60, 64, 66 en 68 en de invoering van een artikel 67bis in het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, BS 16 maart 2023.