Terugbetaling elektriciteitskosten voor het thuisladen: bedrag tweede kwartaal 2025
Werkgevers kunnen de elektriciteitskosten voor het thuis opladen van een bedrijfswagen terugbetalen op basis van de werkelijke kosten die de werknemer maakt. Om het berekenen van deze kosten te vereenvoudigen, staat de fiscus tijdelijk toe dat het CREG-tarief (een vast bedrag per kWh) wordt gebruikt. Dit is echter alleen toegestaan als het bedrag per kWh niet hoger is dan de maximale tarieven die hieronder zijn vermeld, zoals gepubliceerd staat in de circulaire 2024/C/77.
De maximale tarieven per kWh voor het tweede kwartaal van 2025 zijn als volgt (onder voorbehoud van officiële publicatie door de fiscus):
- Vlaams Gewest: € 0,3194/kWh
- Brussels Hoofdstedelijk Gewest: € 0,3584/kWh
- Waals Gewest: € 0,3617/kWh
Deze tarieven zijn hoger dan in het vorige kwartaal.
In principe betaal je als werkgever de verbruikte elektriciteit terug, zonder het maximaal vastgelegde bedrag per kWh te overschrijden, rekening houdende met het gewest waarin de werknemer zijn woonplaats heeft. Je kan er ook voor kiezen om geen rekening te houden met de woonplaats van de werknemers. In zo’n geval is het maximaal vast tarief per kWh gelijk aan het laagste tarief dat geldt in één van de gewesten voor het betrokken kwartaal. Deze keuze geldt voor het gehele kalenderjaar.
De RSZ bevestigde hetzelfde standpunt te volgen. Gebruikt de werknemer daarentegen zijn eigen elektrische wagen, dan worden de voordelen die de werkgever ter beschikking stelt aan zijn werknemer en die verbonden zijn aan het gebruik van die elektrische wagen, wel als voordeel in natura beschouwd waarop sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd zijn.
Bron: Circulaire 2024/C/77 over de terugbetaling van elektriciteitskosten door de werkgever voor het thuis opladen van een bedrijfswagen en Administratieve instructies RSZ, www.socialsecurity.be.
