Sit Construction Worker 28 05 2025Oleksandr Skochko 82Mn5G4 Qxag Unsplash 1

De bouwsector past regelmatig tijdelijke werkloosheid toe, bijvoorbeeld door slecht weer of economische omstandigheden.
Deze dagen kosten de werkgever telkens geld, wanneer er meer dan een bepaald aantal dagen per jaar worden overschreden, moet hij terugbetalingen doen aan Constructiv of zelfs een responsabiliseringsbijdrage betalen.

In dit artikel leggen we uit met welke grenzen er rekening moet gehouden worden maar let op: er wordt vaak gerekend op basis van een zes-dagenweek.

Eerst geven we een overzicht van wat een bouwarbeider ontvangt bij tijdelijke werkloosheid:

  • een hoofduitkeringsbedrag van de RVA (een percentage van het begrensd gemiddeld loon afhankelijk van de oorzaak);
  • een aanvullende vergoeding van Constructiv maar uitbetaald via de uitbetaalinstellingen (vakbonden of Hulpkas)
    Of
    een aanvullende vergoeding door de werkgever betaald aan de werknemer via de loonbrief.
  • een aanvullende compensatievergoeding door de werkgever betaald aan de werknemer via de loonbrief.
    Dit is een nieuwe aanvullende vergoeding die de werkgever betaalt sinds 1 januari 2024 per dag tijdelijke werkloosheid (alle vormen behalve overmacht).
    Dit is ter compensatie van de verlaging van de uitkeringen van de RVA sinds 2024 (van 65% naar 60% van het begrensd gemiddeld loon).
    De vergoeding bedraagt momenteel € 5,20 per dag in een zes-dagenweek en wordt enkel toegepast wanneer het bruto maandloon hoger is dan € 4.155.
    Er is voor deze aanvullende vergoeding geen tussenkomst van Constructiv voorzien.

Vergoedingen van Constructiv

In de bouwsector bestaat er al lang een regeling van aanvullende vergoedingen die Constructiv toekent aan de bouwarbeiders bij tijdelijke werkloosheid.
Sinds 2012 is er ook een wettelijke verplichting om aan elke werknemer, die tijdelijk werkloos is ten gevolge van gebrek aan werk om economische redenen, weerverlet of tech­nische stoornis, een aanvullende vergoeding van minimaal € 2 per dag toe te kennen. Deze wettelijke vergoeding zit omvat in de aanvullende vergoe­ding die Constructiv toekent.
Dit bedrag moet wel betaald worden aan de bouwarbeiders die (nog) geen recht hebben op de sectorale vergoeding.

a) Aan arbeiders houder van een legitimatiekaart “rechthebbende”

Constructiv kent aan de bouwarbeiders die tijdelijk werkloos worden ge­steld en die houder zijn van een legitimatiekaart “rechthebbende” een aanvullende vergoeding toe, zijnde:

  • de vorstvergoeding voor alle dagen tijdelijke werkloosheid die zich situeren in een door Constructiv erkende periode van vorst of blijvende sneeuw (er is geen beperking in de tijd).
    Deze tellen dus niet mee voor de onderstaande grens van maximum 60 dagen per dienstjaar.
  • de vergoeding-bouw voor de andere dagen tijdelijke werkloosheid voor maximum 60 dagen per dienstjaar (deze 60 kredietdagen zijn uitgedrukt in een regeling van 6 vergoedbare dagen per week).

    Opgelet! Dagen tijdelijke werkloosheid omwille van winteropleiding tellen eveneens mee voor de grens van 60 dagen.

De bruto bedragen (uitgedrukt in een regeling van 6 vergoedbare dagen per week):

  • € 6,34 (arbeider categorie I);
  • € 6,66 (arbeider categorie IA);
  • € 7,63 (arbeider categorie II);
  • € 8,02 (arbeider categorie IIA);
  • € 10,08 (arbeider van categorie III);
  • € 10,85 (arbeider vanaf categorie IV).

Deze legitimatiekaart is geldig voor een dienstjaar, d.w.z. van 1 oktober tot 30 september van het jaar daarop. Een arbeider krijgt de kaart als hij in het voorgaande kalenderjaar voldoende prestaties in de bouw kan voorleggen. In principe zijn er 200 dagen nodig maar de kaart wordt ook bij gelijkstelling toegekend, bv. aan jonge arbeiders die in de bouw beginnen.

b) Aan de andere arbeiders

De arbeiders (PC 124) die geen recht hebben op de sectorale aanvullende vergoeding, zullen van Constructiv wel de wettelijke vergoeding van € 2 ontvangen voor:

  • de dagen tijdelijke werkloosheid die zich situeren in een door Constructiv erkende periode van vorst of blijvende sneeuw.
  • de andere dagen tijdelijke werkloosheid ten gevolge van gebrek aan werk om economische rede­nen, weerverlet of technische stoornis voor maximum 60 dagen per dienstjaar (uitgedrukt in een vijf-dagenstelsel).

Let wel, € 2 is het bedrag dat geldt per dag tijdelijke werkloosheid uitgedrukt in een vijf-dagenstelsel.

Vergoedingen te betalen door werkgever

Voor elke dag tijdelijke werkloosheid, omwille van economische redenen, weerverlet of technische stoornis, die zich voordoet nadat de arbeider zijn recht op aanvullende ver­goedingen heeft uitgeput bij Constructiv, moet de werkgever zelf de wette­lijke vergoeding betalen.
Als bewijs van uitputting van zijn rechten, ontvangt de arbei­der van zijn uitbetalingsinstelling een attest dat hij aan zijn werkgever moet overhandigen om de be­taling te bekomen. Het attest vermeldt de datum vanaf wanneer de werkgever moet tussenkomen tot op het einde van het dienstjaar (30 september).

De werkgever moet geen vergoeding betalen wanneer de tijdelijke werkloosheid zich situeert in een door Constructiv erkende periode van vorst of blijvende sneeuw . Constructiv kent voor deze dagen steeds een aanvullende vergoeding toe, ook na uitputting van het krediet van 60 dagen.

De werkgever moet evenmin een wettelijke vergoeding betalen wanneer de tijdelijke werkloosheid een andere oorzaak heeft dan gebrek aan werk om economische redenen, weerverlet of technische stoornis.


Terugvorderingen bij de werkgever door Constructiv

a) Aanvullende vergoeding toegekend aan arbeiders houder van een legitimatiekaart rechthebbende


Vergoedingen voor erkende periodes van vorst en sneeuw zullen niet teruggevorderd worden.
Maar wat met economische werkloosheid en weerverlet buiten de erkende vorst en sneeuwperiode?

Zij krijgen elk afzonderlijk een aparte drempel van 24 dagen (in het zes-dagenstelsel komt dat dus overeen met vier werkweken).

Stel dat de drempel wordt overschreden voor economische werkloosheid maar niet voor weerverlet?
Dan blijft de vergoeding voor dat weerverlet buiten schot, maar is er wel een terugvordering voor de dagen economische werkloosheid.

Wordt geen van beide drempels overschreden?
Dan moet de werkgever niets terugbetalen.

Let op: de drempels wijzigen op geen enkele manier de rechten van de arbeiders op een aanvullende vergoeding. Dat recht blijft bestaan in de erkende periodes van vorst en sneeuw, aangevuld met maximaal 60 dagen voor andere vormen van tijdelijke werkloosheid.


Hoeveel moet er nu terugbetaald worden?

  • Dat kunnen we best uitleggen met een voorbeeld.
    Vb. Een arbeider, omgerekend naar het zes-dagenstelsel, kreeg van Constructiv een aanvullende vergoeding voor 10 dagen economische werkloosheid en 50 dagen weerverlet buiten de erkende periode van vorst en sneeuw.
  • Eerste conclusie: de economische werkloosheid blijft onder de drempel van 24 dagen, dus daarvoor moet de werkgever niets terugbetalen.
  • Het weerverlet zit boven de drempel. Voor de eerste vier weken (24 dagen in het zes-dagenstelsel) moet de werkgever alleen de minimale wettelijke aanvullende vergoeding terugbetalen.
    Voor de resterende 26 dagen moet hij het volledige bedrag van de aanvullende vergoeding terugstorten aan Constructiv.

Extra bedrag terugstorten bij economische werkloosheid

  • Vanaf dag 36 van de economische werkloosheid (zes-dagenstelsel) moet de werkgever een extra bedrag terugbetalen bovenop de aanvullende vergoeding van € 15 per dag.
    Vanaf dag 45 van de economische werkloosheid zal het zelfs € 30 per dag bedragen.
  • Vb. Een arbeider, omgerekend naar het zes-dagenstelsel, kreeg van Constructiv een aanvullende vergoeding voor 60 dagen economische werkloosheid.
  • Wat moet de werkgever terugbetalen volgens deze regeling?
  • € 40 voor de eerste vier weken (24 dagen in een zes-dagenstelsel);
  • het volledige bedrag van de aanvullende vergoeding voor de resterende 36 dagen;
  • € 615 extra omdat de economische werkloosheid zo lang aanhield. Dit bedrag bestaat uit negen keer € 15 (dag 36 tot 44) plus zestien keer € 30 (dag 45 tot 60).

b) Aanvullende vergoeding toegekend aan de andere bouwarbeiders (niet-rechthebbenden)

De wettelijke vergoeding van € 2 betaald voor de dagen tijdelijke werkloosheid die zich situeren in een door Constructiv erkende periode van vorst of blijvende sneeuw blijft ten laste van de sector. Er is dus ook voor deze dagen geen terugvordering.

Constructiv vordert van de werkgever de terugbetaling van de wettelijke ver­goeding van € 2 toegekend voor de andere dagen en dit vanaf dag 1 bij de overschrijding van één van beide drempels (meer dan 24 dagen weerverlet of economische werkloosheid).

Ook hier gelden de verhogingen die toegepast worden bij de terugvordering van de vergoedingen-bouw in geval van veelvuldig gebruik van economische werkloosheid: € 15 per dag vanaf de 36ste dag tot de 44ste dag economische werkloosheid en € 30 per dag vanaf de 45ste dag tot de 60ste dag economische werkloosheid.

Voorbeelden

We gaan deze verschillende berekeningswijzen proberen duidelijk te maken aan de hand van nog een aantal voor-beelden.

Alle bedragen gelden voor een arbeider in categorie III (met legitimatiekaart), die dus recht heeft op een aanvullende vergoeding van € 10,08 per dag.

De dagen weerverlet vallen buiten de erkende periode van vorst en sneeuw.
Alle dagen zijn omgerekend naar een zes-dagenstelsel.

Vb 1. 20 dagen weerverlet buiten vorst en 10 dagen economische werkloosheid

Antwoord: niets

Noch door het weerverlet, noch door de economische werkloosheid werd de nieuwe drempel van 24 dagen overschreden.

Vb 2. 30 dagen weerverlet buiten vorst en 10 dagen economische werkloosheid

Antwoord: € 100,48

Geen terugbetaling voor de economische werkloosheid, want de drempel van 24 dagen werd niet overschreden. Het weerverlet overschrijdt zijn drempel met 6 dagen. De terugbetaling bedraagt dus € 10,08 x 6, plus € 40 voor de eerste 24 dagen.

Vb 3. 10 dagen weerverlet buiten vorst en 50 dagen economische werkloosheid

Antwoord: € 617,08

Geen terugstorting voor het weerverlet, want dat blijft onder de nieuwe drempel van 24 dagen. De drempel van de economische werkloosheid is met 26 dagen overschreden. Dat geeft een terugbetaling van € 10,08 x 26, plus € 40 voor de eerste 24 dagen. Samen is dit € 302,08.


Daarnaast duurt de werkloosheid langer dan 35 dagen. Dat geeft een extra bijdrage van € 15 x 9 (voor dag 36 tot 44) plus € 30 x 6 (dag 45 tot 50), zijnde € 315. Het totaal is € 617,08.

Vb 4. 25 dagen weerverlet buiten vorst en 35 dagen economische werkloosheid

Antwoord: € 200,96

Het weerverlet zit één dag boven de drempel van 24 dagen. De terugstorting bedraagt € 10,08 x 1 plus € 40 voor de eerste 24 dagen. Dat geeft € 50,08 voor het weerverlet. De economische werkloosheid zit 11 dagen boven de limiet. De terugstorting bedraagt in dit geval € 10,08 x 11, plus € 40 ofwel € 150,88. Het totaal bedraagt € 200,96.

Terug te vorderen bedrag rustdagen door Constructiv bij overmatig gebruik economische werkloosheid

Bovendien zal Constructiv een forfaitair bedrag van € 60,00 per rustdag terugvorderen bij de werkgevers als de arbeider tijdens de referteperiode minstens 50 dagen economische werkloosheid heeft gekend.

Als de arbeider in die periode bij slechts één werkgever werkte, wordt dat bedrag van € 60,00 per rustdag teruggevorderd bij diezelfde werkgever.

Was de arbeider bij meerdere werkgevers tewerkgesteld, dan gebeurt de terugvordering alleen bij die werkgever(s) waar er sprake was van overmatig gebruik van economische werkloosheid voor die werknemer in de referteperiode.

Overmatig gebruik van economische werkloosheid wordt vastgesteld als de volgende formule groter of gelijk is aan 0,2185:

(aantal dagen EW bij werkgever) / (aantal dagen DMFA – vakantiedagen – rustdagen) ≥ 0,2185

Het terug te vorderen bedrag wordt als volgt berekend:

Aantal vergoede dagen x € 60 x (aantal dagen EW bij werkgever) / (aantal dagen EW in de referteperiode)

Betaling van responsabiliseringsbijdrage aan RSZ bij overmatig gebruik tijdelijke werkloosheid

Als werkgever in de bouwsector moet je een bijdrage betalen aan de RSZ zodra je in een jaar meer dan 110 dagen (bij een 5-daagse werkweek) een werknemer tijdelijk werkloos hebt gesteld om economische redenen. De bijdrage bedraagt € 46,31 voor elke dag dat de grens van 110 dagen wordt overschreden.

De RSZ berekent elk jaar automatisch hoeveel je moet betalen, op basis van de gegevens uit de DMFA-aangiften van het vorige jaar. Ze tellen het totaal aantal dagen economische werkloosheid per werknemer dat je hebt aangegeven. Als één of meer werknemers meer dan 110 dagen werkloosheid hebben gehad, stuurt de RSZ een bericht naar jou met het bedrag dat je moet betalen.

Meer nieuws