Overuren

Het systeem van 120 extra vrijwillige overuren per jaar, de zogenaamde relance-uren, loopt voorlopig af op 30 juni 2025. Deze uren zijn vrijgesteld van overloon, recuperatie, RSZ en bedrijfsvoorheffing. In de praktijk betekende dit dat de werknemer zijn bruto-uurloon netto ontvangt per relance-uur.

We wachten voorlopig nog steeds op nieuwe bindende wetgeving die een verlenging van deze maatregel verankert, maar nu zien we toch iets aan de horizon verschijnen: in het parlement werd op 10 juni een amendement ingediend om de maatregel te verlengen. Dit amendement beoogt de relance-overuren te verlengen, het aantal toegestane relance-overuren te verhogen tot 360 uren voor alle sectoren en tot 450 uren voor de horeca.
De relance-overuren worden ook omgevormd tot een nieuw systeem van vrijwillige overuren, zodat de regeling ook in de komende jaren zijn economische rol kan blijven vervullen in het kader van een krappe arbeidsmarkt en een stijgende werkdruk.
De verlenging is dus nog niet definitief. Het amendement moet nog goedgekeurd worden. Zonder nieuwe wetgeving stopt de maatregel dus nog steeds op 30 juni 2025 maar ORBISS houdt de vinger aan de pols en zal je tijdig op de hoogte houden van de meest recente wetgevende ontwikkelingen!

Welk overurenstelsel kan je als werkgever nog toepassen?

De “gewone” vrijwillige overuren laten werknemers toe om op vrijwillige basis extra uren te presteren, bovenop het normale uurrooster, zonder dat daar een bijzondere reden voor nodig is.

Voorwaarden:

  • Maximaal 100 uren per kalenderjaar in de privésector;
  • Een schriftelijk akkoord tussen werkgever en werknemer is vereist, dat iedere zes maanden vernieuwd moet worden;
  • De absolute grenzen blijven maximaal 11 uur per dag en 50 uur per week;
  • De vrijwillige overuren worden meegeteld voor de interne grens van 143 uren, met uitzondering van de eerste 25 uren:
  • Overloon is wél verschuldigd: 50% op week- en zaterdagen en 100% op zon- en feestdagen.

Voordelen:

  • Geen verplichting tot inhaalrust;
  • RSZ-bijdragen en bedrijfsvoorheffing zijn verschuldigd maar er geldt een fiscaal gunstregime voor een deel van deze uren;
  • Flexibel inzetbaar, zonder nood aan externe toelating met een maximum aantal van 120 uren die men op jaarbasis kan opnemen. De belastingvermindering geldt voor de eerste 130 uren, behoudens een verlenging naar 180 uren.

De gekende KB 213-bijkomende uren laten arbeiders in de bouwsector toe om extra bijkomende uren te presteren bovenop de normale arbeidsduur van 8 uur per dag en 40 uur per week. Ze zijn bedoeld voor de zomerperiode of andere periodes van intense activiteit en zijn strikt gereglementeerd. Ze maken het mogelijk om tijdens piekperiodes sneller en efficiënter te werken zonder de klassieke beperkingen van de arbeidsduur.

Voorwaarden:

  • Maximaal 1,5 uur extra per dag en maximaal 130 of 180 uren per kalenderjaar;
  • De syndicale delegatie moet haar akkoord verlenen; bij gebrek aan een afvaardiging volstaat een melding aan de voorzitter van het PC 124;
  • De werknemer moet zijn individueel akkoord verlenen aan de werkgever.

Voordelen:

  • De werknemer kan kiezen tussen inhaalrust of uitbetaling met een toeslag van 20% (50% KB 213- zaterdagwerk)

De overuren wegens buitengewone vermeerdering van werk zijn bedoeld voor situaties waarin er tijdelijk uitzonderlijk veel werk is.

Voorwaarden:

  • De toelating van de Inspectie Sociale Wetten én het akkoord van de syndicale afvaardiging zijn vereist;
  • De werkgever moet de VDAB binnen 3 dagen na de betaaldag informeren over het aantal overuren, betrokken werknemers en hun beroepscategorie;
  • Maximaal 11 uur per dag en 50 uur per week;
  • De interne grens moet gerespecteerd worden: men mag maximaal 143 overuren presteren binnen de referteperiode (bv. kwartaal), tenzij onmiddellijk inhaalrust wordt toegekend.

Voordelen:

  • Overloon is wél verschuldigd: 50% op week- en zaterdagen en 100% op zon- en feestdagen;
  • Verplichte inhaalrust op te nemen;
  • RSZ-bijdragen en bedrijfsvoorheffing zijn verschuldigd.



Fiscaal voordelige overuren: terug van 180 naar 130 uur

De tijdelijke verhoging van het aantal fiscaal voordelige overuren wordt teruggeschroefd. Vanaf 1 juli 2025 geldt het belastingvoordeel (voor zowel werkgever als werknemer) opnieuw voor de eerste 130 overuren (inclusief de KB213-uren) per jaar, in plaats van 180. Ook hier voorziet het regeerakkoord een structurele verhoging naar 180 uur, maar de wetteksten laten nog op zich wachten.

De specifieke regels die onder bepaalde voorwaarden gelden voor werkgevers die werken in onroerende staat verrichten, wegen- en spoorwerken uitvoeren en in de horecasector actief zijn, blijven wel van toepassing.

De werkgevers uit de bouwsector kunnen dus indien een checkinatwork gebeurt, bijkomende 50 uren wel nog laten presteren in het fiscaal gunstig regime, op basis van de regel die voor de werken in onroerende staat geldt.

Meer nieuws