Loonadministratie Bouw

Op het einde van het vorig kalenderjaar kwamen veel werkgevers tot de vaststelling dat het verlofrecht van hun werknemers niet volledig was opgenomen. Ook hier lag het coronavirus, hoe kan het ook anders, aan de basis. De periodes van lockdown en tijdelijke werkloosheid zorgden er immers voor dat er tijdens de overige maanden minder mogelijkheden waren tot verlofopname.

Een nieuw kalenderjaar sluit echter de verlofrechten van vorig jaar volledig af. Daarom geven we u een aantal belangrijke regels en tips. We doen dit op basis van de meest gestelde vragen volgens de ervaring van ORBISS, we geven u telkens een passend antwoord en een nuttig advies.

1. Wanneer valt het ‘bouwverlof’?

Antwoord: In de bouwsector worden de dagen van collectieve sluiting voor de hoofdvakantie traditioneel vastgelegd door akkoorden die per regio gesloten worden. Voor de regio Antwerpen, Mechelen en Turnhout is dat in 2021 de periode van 12 juli tot en met 30 juli 2021. Let wel, dit is slecht een aanbeveling. De bouwonderneming kan hierop afwijken door een eigen periode vast te leggen in overleg met de werknemersvertegenwoordigers of desgevallend de werknemers zelf. De inhaalrustdagen in de ‘bouw’ worden eveneens jaarlijks vastgelegd, meer bepaald door het Paritair Comité van het bouwbedrijf. Voor huidig kalenderjaar liggen deze vast op 6, 7, 8 en 9 april, 2, 3 en 12 november, 24, 28, 29, 30 en 31 december 2021. Hierop kan er niet afgeweken worden.

Advies: Kijk, na het bekendmaken van de aanbevelingen voor het ‘bouwverlof’ voor jouw regio, spoedig na of u deze wenst te volgen. Na een beslissing hierover weet u als werkgever pas zeker over hoeveel losse verlofdagen uw werknemers zullen beschikken. Belangrijk om weten is dat losse verlofdagen enkel kunnen genomen worden in wederzijds akkoord.


2. Op hoeveel vakantiedagen heeft mijn werknemer recht?

Antwoord: Vakantierecht wordt opgebouwd in het kalenderjaar (vakantiedienstjaar) voorafgaandelijk aan het jaar (vakantiejaar) waar de werknemer vakantie in opneemt. Indien men in 2021 verlof wenst op te nemen dient de werknemer dus in 2020 gewerkt te hebben. Wanneer een werknemer in hetzelfde arbeidsregime gans 2020 heeft gewerkt, heeft hij/zij 4 weken vakantierechten opgebouwd voor 2021. Voor een voltijdse arbeider en bediende in een bouwonderneming betekent dat, in een vijfdagenstelsel, 20 dagen verlof. Deze dagen zijn voor bedienden betaald via de werkgever en dat op het moment van opname, de bouwarbeiders krijgen deze uitbetaald via de Verlofkas van bouwbedrijven.

Advies: Vraag tijdig bij uw bedienden, die in 2020 of 2021 zijn overgekomen van een andere werkgever, hun vakantieattesten op. Dit is noodzakelijke om het verlofrecht voor hen te bepalen. Voor de arbeiders geldt een kopie van zijn vakantiecheque(s) als enige correcte basis om hun verlofrechten te kunnen berekenen. Deze vakantiecheque ontvangt hij/zij in de periode van 2 mei tot en met 30 juni van het vakantiejaar.


3. Wat is het verlofsaldo van de werknemers?

Antwoord: Het is belangrijk dat een werknemer, zowel arbeider als bediende, zijn/haar verlofrecht volledig opneemt in het vakantiejaar. U dient enerzijds als werkgever hen dit toe te laten maar er anderzijds ook op toe te zien dat het gebeurt. Indien een bediende zich in de onmogelijkheid bevindt om zijn/haar volledig verlofrecht op te nemen voor het einde van het jaar, bijvoorbeeld door ziekte, dient de werkgever dit uit te betalen. Bij een arbeider is dit niet nodig omdat zijn/haar volledig verlofrecht is uitbetaald door de verlofkas.

Advies: Vraag tijdig het verlofsaldo op bij uw sociaal secretariaat, houd in ieder geval rekening met het aantal verlofdagen die collectief zijn vastgelegd. Lever na de traditionele verlofmaanden een overzicht aan elke werknemer van zijn/haar verlofsaldo en de boodschap dat hij/zij deze dagen dient op te nemen voor het einde van het jaar. De werkgever moet immers kunnen bewijzen dat hij/zij hier de werknemer de kans heeft toe gegeven. Een overdracht van wettelijke vakantiedagen naar een ander kalenderjaar is immers niet mogelijk.


4. Wat moet kan ik doen bij onvoldoende verlofrecht van mijn werknemer?

Antwoord: Wanneer een arbeider of een bediende geen volledig jaar heeft gewerkt kan het zijn dat hij/zij gebruik kan maken van jeugdvakantie, seniorvakantie of tijdelijke werkloosheid collectieve sluiting wegens jaarlijkse vakantie. Jeugdvakantie geldt voor werknemers die op 31 december van het vakantiejaar nog niet de leeftijd hebben bereikt van 25 jaar. Zij moeten in het vakantiedienstjaar zijn afgestudeerd en minstens één maand (minimum 13 werkdagen) een arbeidsovereenkomst hebben gehad. De RVA vult het opgebouwde verlofrecht aan tot het maximum van 4 weken verlof. De RVA zorgt voor een soortgelijke aanpassing tot 4 weken verlof voor werknemers die dat vakantiejaar minstens 50 jaar worden en geen volledig verlofrecht hebben vanwege een volledige werkloosheid of een langdurige afwezigheid door ziekte. Deze dagen worden berekend als seniorvakantie. Voldoet de werknemer niet aan de voorwaarden van jeugdvakantie of seniorvakantie dan kan hij/zij in aanmerking komen voor tijdelijke werkloosheid collectieve sluiting wegens jaarlijkse vakantie. Zijn/haar verlofrecht dient de werknemer wel op te sparen voor deze periode(s), de RVA komt immers niet tussen voor de opname van losse verlofdagen. De onderneming dient ook volledig gesloten te zijn om in aanmerking te komen.

Advies: Indien u als onderneming zelf één of meerdere collectieve verlofperiodes wenst af te sluiten dient u ook een melding te doen aan de Toezicht Sociale Wetten bevoegd voor de locatie van jullie onderneming. U doet deze melding best op een manier zodanig dat u hiervan een schriftelijk bewijs heeft. De RVA kan het bewijs van deze melding opvragen vooraleer ze overgaan tot uitbetaling.


5. Heeft een nieuwe werknemer recht op alle ADV-dagen die in de toekomst gepland zijn?

Antwoord: De inhaalrustdagen in de bouw worden jaarlijks vastgelegd door het Paritair Comité. Zowel de arbeiders (PC 124) als de bedienden (PC 200) in een bouwonderneming hebben recht op alle ADV-dagen die binnen zijn/haar arbeidsovereenkomst vallen. De betaling van deze dagen gebeurt voor de bouwarbeider door het Fonds voor Bestaanszekerheid (Constructiv) en voor de bediende door de werkgever. In niet-bouwondernemingen hangt het recht en de betaling van ADV-dagen af van de regeling die de onderneming in haar arbeidsreglement hieromtrent heeft voorzien.

Advies: Wanneer u geen bouwbedrijf bent maar u werkt wel met ADV-dagen, omdat u de rustdagen van de bouwsector wenst te volgen, kan u best de regeling uitschrijven in uw arbeidsreglement. Hierover bestaat immers geen algemeen geldende wetgeving.